zondag 20 mei 2007

Basisvaardigheden Grammatica



Basisvaardigheden Grammatica, wat zijn dat? Dat is nog niet zo'n makkelijke vraag. Geen fouten maken in je zinnen en formuleringen, zullen de meeste mensen zeggen. Maar dat zijn eigenlijk Basisvaardigheden Formuleren. In hoeverre je daarbij Basisvaardigheden Grammatica nodig hebt is een al jaren voortslepende discussie. Waarschijnlijk kun je prima leren formuleren zonder dat je weet hoe je zinnen grammaticaal in elkaar zitten.

Maar dit alles vertelt ons niet wat Basisvaardigheden Grammatica precies zijn, hooguit waar ze eventueel nuttig voor zouden zijn. Wat zijn het dan wel, die Basisvaardigheden Grammatica?

vrijdag 18 mei 2007

Onthouden en afhouden



Ik hoor het net op de radio en ik moet het even opschrijven anders blijf ik daar de hele middag mee bezig. In een interview zegt iemand: Ik zou zeggen dat ik hem niet van die informatie zou willen onthouden. Daar is iets mee, nietwaar?

Op het eerste gezicht zou je zeggen: de spreekster haalde twee constructies door elkaar, iemand iets onthouden en iemand van iets afhouden. Als je dan een geroutineerde taalcriticus bent dan ken je ook het woord daarvoor. Dan roep je heel hard "Contaminatie!" en je hebt je punt weer gescoord voor vandaag.

Maar de taalprof is geen doorgewinterde criticus, die zoekt liever overal iets achter.

woensdag 9 mei 2007

Grammatica in de onderbouw



Sinds 1 augustus 2006 zijn er voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs 58 kerndoelen van kracht. Dat lijkt veel, maar het waren er vroeger 103 (en zelfs 122). Op de website van het SLO staan ze toegelicht, in voorbeelduitwerkingen die dienen als inspiratiebron voor scholen, die binnen de kerndoelen hun eigen keuzes kunnen maken.

Waar zit de grammatica in deze kerndoelen? Dat is voor de taalprof, wie de grammatica zo ter harte gaat, even slikken: de grammatica is verstopt in Kerndoel 02: Correct taalgebruik: "De leerling leert zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien.

Waarom is dat even slikken? Dat is toch prima zo? Daar gaat het toch om, correct taalgebruik?


dinsdag 8 mei 2007

Jij ook



"Prettig weekend!"
"Ja jij ook"
"Wat?"
"Jij ook een prettig weekend"
"Hoezo, jij ook?"
"Ik begrijp niet wat je bedoelt. Zeg ik iets verkeerds?"
"Je zegt jij ook"
"Nou en?"
"Is dat geen meewerkend voorwerp?"
"Huh?"

donderdag 3 mei 2007

Zo is er maar eentje



Wat is de woordsoort van eentje? Je moet je maar ergens druk om willen maken, hoor ik je denken. Wat is dat nou voor een onzinnige kennis? Worden we daar wijzer van? Tja, misschien niet. Het is in de ontleding ook nooit de oplossing die interessant is. Het gaat erom te onderzoeken hoe het zit of hoe het werkt in de taal. En dan kun je over de gekste en meest zinloze vragen nadenken. Of je daarvan iets leert hangt niet af van de antwoorden.

Maar wat ís dan die woordsoort van eentje? Kijk, nieuwsgierigheid, dat is goed. Daar begint het mee!

dinsdag 1 mei 2007

Aan de borreltafel



"Die taalprof kan me nog meer vertellen."
"Man, schei uit! Ik ben al lang opgehouden met het lezen van die website. Wat had hij nou weer dan?"
"Hier, kijk, op 27 april, daar stelt iemand een eenvoudige vraag over hen en hun."
"O ja, hun hebben zeker"
"Nee, hier: Moet het zijn ik heb hen om raad gevraagd of ik heb hun om raad gevraagd?"
"Ja ja"
"Simpele vraag toch? Dat vinden jullie toch ook?"
"Ja, duidelijk."
"Ik snap niet wat het probleem is."
"Nou, en dan krijg je me toch een partij gedraai van die taalprof, hij begint echt steeds meer op een taalkundige te lijken."
"Zo!"
"Ja, dit en dat, en aan de ene kant en aan de andere kant… en de grammatica is hier niet voor bedoeld, en je kunt er zus tegenaan kijken of zo, en de een zegt dit en de ander dat, en het moet allemaal kunnen, kortom: zoek het zelf maar uit."
"Nee, dan was het vroeger anders"

woensdag 25 april 2007

Ondertussen op het marktplein



"Ja, nou gaat het toch echt de verkeerde kant op met dat weblog van jou!"
"Hè?"
"Man man man, wat een zielig gepietepeuter op de vierkante millimeter, zeg!"
"Wat bedoel je?"
"Eerst horen we weken haast niks, en dan ineens drie van die logs over het hulpwerkwoord waar de honden geen brood van lusten!"
"Hoezo dat dan?"
"Zie je dat nou zelf niet, dat je met één of twee lezers in discussie gaat, en dat je bij de tweede regel iedereen al kwijt bent?"
"Ehh..."
"En dan: waar gáát dit in hemelsnaam over? Wie zit hier nou op te wachten?"
"Ehh..."
"Vind jij nou serieus dat iedereen dit moet kunnen volgen?"
"Nou..."
"Dat iedereen op dit niveau moet kunnen meeneuzelen over wanneer iets nou wel of niet een hulpwerkwoord is? Get a life, zou ik zeggen. Het is maar een goede raad, denk daar maar eens over na."


dinsdag 24 april 2007

De taalprof blijft passief



En wat is nou eigenlijk passief? Denkt daar eigenlijk wel eens iemand over na? Ja, passief betekent hetzelfde als lijdende vorm, tenminste als je het taalkundig bekijkt, want passief is natuurlijk ook nog een "gewoon woord": Hè doe nou eens niet zo passief!.

Op de site taalkoeien ben ik momenteel met een lezer hierover in discussie (als hij tenminste nog eens antwoordt). De lezer heeft het over passieve betekenis, maar dat is eigenlijk iets heel anders dan lijdende vorm.

Hûh?

vrijdag 20 april 2007

Hulpwerkwoorden: een kleine toevoeging



Wat maakt een hulpwerkwoord tot een hulpwerkwoord? Waarom is zie in ik zie haar dansen geen hulpwerkwoord, en laten in ik laat haar dansen weer wel? Waarom lijken de taalkundigen het hierover niet eens te zijn, en zeggen sommige professoren dat er steeds meer hulpwerkwoorden bij komen in het Nederlands? Kunnen we nu niet eens eens en voor altijd een lijstje samenstellen van alle hulpwerkwoorden
in de taal en daar voor tien jaar met onze tengels van afblijven?

Ja, daar vraag je zowat!

woensdag 18 april 2007

Hoe het hulpwerkwoord helpt



Wat is een hulpwerkwoord? Het antwoord op deze simpele vraag is op het internet nog niet eens zo makkelijk te vinden. Sommige bronnen laten het bij de vaststelling dat het hulpwerkwoord niet zelfstandig voorkomt, andere beperken zich tot het opsommen van drie soorten (het hulpwerkwoord van tijd, van lijdende vorm en van modaliteit), en noemen de andere hulpwerkwoorden overige, zonder precies te zeggen welke dat dan zijn.

Iedereen heeft wel zo'n beetje gelijk, maar echt helder vind ik het allemaal niet. Kan dat nou niet scherper? Ik denk het wel.