Posts tonen met het label Lijdende vorm. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Lijdende vorm. Alle posts tonen

donderdag 2 februari 2012

Mag gezien laten worden



Deze kende ik nog niet, maar ik hoorde hem bij De wereld draait door: ik heb de precieze zin niet opgeschreven, maar het was iets als: De realiteit die best mag gezien laten worden. Mooi voorbeeld van het problematische laten. Er zijn al gevallen gesignaleerd als De mogelijkheden worden voorbij laten gaan, Hier wordt iets laten zien, en Dat mijn minister-president alle hoeken van die zaal wordt laten gezien, maar deze is net weer een beetje anders.

De overeenkomst is de moeilijkheid om het hulpwerkwoord van causaliteit laten te combineren met een lijdende vorm. Dat gaat niet: het hulpwerkwoord laten wil per se het laatste hulpwerkwoord zijn, en worden wil dat ook. Dat kan niet allebei. Om worden te laten volgen door laten zou laten eigenlijk een voltooid deelwoord moeten zijn (worden gelaten zien), of een vervangende infinitief (worden laten zien), maar beide voelen niet goed aan. Dan zou je zeggen: laat laten volgen door de lijdende vorm (laten worden gezien), maar dat levert een kromme betekenis op, omdat juist het causaal gemaakte werkwoord (laten zien) in de lijdende vorm bedoeld wordt. Degene die iets laat moet daardoor in de door-bepaling komen zitten (iets wordt door iemand gelaten).

Waarom is dit geval bijzonder? Omdat hier de uitweg wordt gekozen om het voltooid deelwoord gezien vooraan de werkwoordelijke eindgroep te plaatsen. In plaats van mag laten worden gezien realiseerde de taalgebruikster gezien mag laten worden, waardoor het conflict dat optreedt bij het horen van het voltooid deelwoord op het eerste gezicht vermeden wordt. Volgens mij gaat het nu echter weer mis, omdat gezien nu wordt geïnterpreteerd als een soort naamwoordelijk deel, met worden als koppelwerkwoord. Ongeveer zoals de realiteit die best bekend mag laten worden. Maar ook hier staat worden in het bereik van laten. Dat klopt qua betekenis weer niet, omdat de realiteit zelf niets laat gebeuren, en dat wordt door deze constructie wel gesuggereerd.

Het zou interessant zijn als de zin had geluid de realiteit die best gezien mag worden gelaten. Dat zou syntactisch in orde zijn geweest, naar analogie van de realiteit die best ongezien mag worden gelaten. Maar toch is dat ook weer niet wat de spreekster bedoelde. Dan staat er dat de realiteit best in een bepaalde toestand (de geziene toestand) mag worden gelaten. En zij bedoelde dat de realiteit best mag worden getoond. Door te kiezen voor splitsing van tonen in laten en zien werkte zij zichzelf syntactisch in de nesten.

dinsdag 20 juli 2010

Meewerkend of lijdend?



Ik denk dat het allebei kan. In de constructie iemand vragen om iets te doen (zie ook hier en hier) kun je twee ontledingen verdedigen: iemand is meewerkend voorwerp en om iets te doen is lijdend voorwerp, of iemand is lijdend voorwerp en om iets te doen is voorzetselvoorwerp (of oorzakelijk voorwerp.) Ik zie zelfs niet welk van beide ontledingen beter is.

Het is een moeilijk verhaal, maar als ik het niet opschrijf heb ik er zelf last van. Dus hou je vast.

maandag 19 juli 2010

U vraagt, wij draaien


In een discussie is het altijd verleidelijk om een kwestie retorisch op te zetten. Goed kijken, goed nadenken, zwakke punten aanpakken en sterke punten naar voren brengen. Maar eigenlijk moet je een redenering ook nog eens buiten de discussie om onderbouwen. Niet alles zelf beter weten, gewoon dingen opzoeken.

Vanmorgen ging het om de kwestie of Ik word gevraagd mee te gaan naar Amsterdam een foute zin is, omdat Mij wordt gevraagd mee te gaan naar Amsterdam de enig juiste correcte vorm zou zijn. En eigenlijk is dat een heel erg oninteressante vraag. Want goed of fout wordt door zoveel meer factoren bepaald dan de ontleding alleen.

De echt interessante vraag is: wat is de ontleding van Men vraagt mij mee te gaan naar Amsterdam? En in het bijzonder: is mij daar meewerkend voorwerp of lijdend voorwerp? En dat kun je gewoon opzoeken.

Wikipedia wordt wakker



Iets meer dan drie jaar nadat de Taalprof een passage op de Wikipediapagina Veelvuldig gemaakte fouten in het Nederlands bekritiseerde, ontstaat er ineens discussie in het Taalcafé. Een paar dagen geleden probeerde een gebruiker een onterechte "veelvuldig gemaakte fout" te verwijderen, maar dat werd binnen 17 minuten weer ongedaan gemaakt onder de argumentatie wel degelijk verkeerd.

In de discussie op de taalprofsite van drie jaar geleden werd hijzelf ook al eens gevraagd om die Wikipediapagina te verbeteren, maar de taalprof bedankte toen voor de eer. Hij was het met de hele pagina niet eens. Nu, drie jaar later, is dat gevoel alleen maar versterkt.

zaterdag 13 december 2008

Uitgehuldigd



Het was vorige week zaterdag, 6 december. De presentator van Studio Sport kondigde de onderwerpen in de uitzending aan, onder andere een reportage over olympisch kampioen Maarten van der Weijden. Die was, zo merkte hij op, nog niet uitgehuldigd.


Hè? Nog niet uitgehuldigd? Dat klinkt wel heel erg vreemd. Wat is hier aan de hand?

dinsdag 18 november 2008

Ons bent uitgenodigd



De taalprof deed mee aan een lezerenquête op de website van de NRC. De laatste vraag was of hij interesse had in deelname aan een lezerspanel. Wat houdt dat in, dacht hij. Welnu: Deelnemers aan het lezerspanel wordt maximaal drie keer per jaar uitgenodigd voor onderzoek.

Is dit niet gewoon een ongelukkig foutje? De schrijver is vergeten dat de kern van het onderwerp (deelnemers) meervoud is, en schrijft per ongeluk wordt, omdat lezerspanel in de buurt staat? Zou kunnen. Maar misschien is het erger.

woensdag 22 oktober 2008

Bang om op Cruijff te lijken



Welke voetballer wil nu niet op Johan Cruijff lijken? Fluwelen balbehandeling, superieur spelinzicht, dat willen we allemaal wel. Maar er zijn ook Cruijffiaanse eigenschappen die juist door veel mensen vermeden worden.

Soms ten onrechte.

zondag 25 mei 2008

Nieuwe Taalvariant ontdekt door Taalprof



De taalprof kijkt ook wel eens naar een voetbalwedstrijd, maar hij luistert dan vooral naar het commentaar. Zo ook gisteravond, de oefenwedstrijd Nederland - Oekraïne. Ergens in de eerste helft zei de commentator: Bal laten lopen door Mandzjoek... Hee, dacht de taalprof, wat gek!

Hoezo gek? Is daar wat mis mee dan?

maandag 14 april 2008

Taalprof fronst wenkbrauw



Heet van de naald. Vandaag, 14 april, schrijft Ewoud Sanders in zijn rubriek Woordhoek in de NRC: "Na verschijning van de film Fitna werd bewoners van een Rotterdamse volkswijk om hun mening gevraagd."

Interessante zin! De taalprof zou zeggen: hypercorrectie.

woensdag 17 oktober 2007

Vragen, verzoeken of uitnodigen?



Er roert zich weer iets in het kamp van de reizigers-wordt-verzochtaanhangers. Op mijn eigen weblog kondigt een lezer aan dat hij het "behoorlijk oneens is" met de analyse van de taalprof, en op het weer ter ziele lijkende nltaal.blog laait de discussie weer op met iemand die aan komt zetten met de nominalisatieproef uit de Praktische cursus Zinsontleding van Klein en Van den Toorn.

Tijd om de balans op te maken, en alle voors en tegens nog eens netjes bij elkaar te zetten.

Om te beginnen: de discussie gaat over zinnen van het type De reizigers worden verzocht om over te stappen. Dit zou moeten zijn De reizigers wordt verzocht om over te stappen. Mensen die dit vinden, beargumenteren het vanuit de ontleding van de zin. En volgens de taalprof is dat "strikt genomen" een verkeerde ontleding.

Er zijn twee vragen die in deze discussie beantwoord moeten worden:
  1. Op welke ontleding is de zin De reizigers worden verzocht om over te stappen gebaseerd, en is daar iets op aan te merken?
  2. Op welke ontleding is de zin De reizigers wordt verzocht om over te stappen gebaseerd, en is daar iets op aan te merken?
Vooraf moeten we vaststellen dat de ene vraag niets te maken hoeft te hebben met de andere. Als de ene ontleding goed is, hoeft dat niet te betekenen dat de andere ontleding dus fout is. Ze kunnen ook allebei goed zijn.

Motivatie voor het meervoud
De taalprof vindt De reizigers worden verzocht om over te stappen de beste zin. Wat zijn daar voor argumenten voor?

(1) De zin Men wordt verzocht om over te stappen is volgens de taalprof, en de naslagwerken, een prima zin. Als dit zo is, dan moet de ontleding zijn dat men onderwerp is. Men komt namelijk in geen enkele andere functie voor dan onderwerp. Maar als men in die zin onderwerp is, is de reizigers ook onderwerp, dus moet het werkwoord ook in het meervoud staan.
(2) De zin De reizigers worden verzocht om over te stappen is de lijdende vorm van Iemand verzoekt de reizigers om over te stappen. In deze zin is de reizigers lijdend voorwerp. De bekende taalkundige Den Hertog merkte dit al in 1894 op. Hij wees erop dat je verzoeken in deze zin naar analogie van uitnodigen kon lezen. En in Iemand nodigt de reizigers uit om over te stappen is de reizigers zonder enige twijfel lijdend voorwerp.
(3) Dat in de zin Iemand verzoekt de reizigers om over te stappen het zinsdeel de reizigers lijdend voorwerp is, kan ook worden aangetoond met de "nominalisatieproef," die in diverse cursussen wordt aanbevolen. De zin kan namelijk genominaliseerd worden tot Het verzoeken van de reizigers om over te stappen.
(4) Historisch gezien heeft het werkwoord verzoeken altijd een lijdend voorwerp gehad. Het is ontstaan uit iemand verzoeken (waar verzoeken "verleiden" betekende) met een doelbepaling tot iets. In tijden waarin men naamvallen schreef is de vierde naamval bij dit voorwerp altijd gebruikelijk geweest. Blijkens het "hardnekkig" voorkomen van zinnen als De reizigers worden verzocht om over te stappen is dat nog steeds zo. Er is geen moment of periode in de taalontwikkeling aan te wijzen waarin dit lijdend voorwerp verdwenen is.

Zijn er ook argumenten tegen deze ontleding? Ik ken ze niet, en ik heb ze in de vele discussies tot nu toe niet gehoord. Die discussie wordt gedomineerd door argumenten vóór een andere ontleding. Daaruit wordt dan gemakshalve geconcludeerd dat deze ontleding fout is. Dat is natuurlijk geen juiste manier van redeneren.

Motivatie voor het enkelvoud
In tegenstelling tot de taalprof vinden veel taalcritici dat De reizigers wordt verzocht om over te stappen de beste zin is. Volgens hen is in deze zin de reizigers het meewerkend voorwerp, en om over te stappen een onderwerpszin. Ze hebben daarvoor een aantal argumenten, maar op alle argumenten is wel iets aan te merken.

(1) Voorstanders van het enkelvoud stellen dat je de zin kunt veranderen in Aan de reizigers wordt verzocht om over te stappen. Dat lijkt misschien een overtuigend argument, maar de variant met aan komt buiten het onderwijs vrijwel niet voor. Zo weinig dat je je serieus kunt afvragen of hij niet gewoon ongrammaticaal is.
(2) Een tweede argument voor het enkelvoud komt uit de analyse van de actieve zin. Ook hierbij wordt opgemerkt dat De reizigers wordt verzocht om over te stappen een lijdende vorm is van de actieve zin Iemand verzoekt de reizigers om over te stappen, en in deze zin zou de reizigers meewerkend voorwerp zijn. Ook hier weer dezelfde motivatie: je zou er aan bij kunnen zetten: Iemand verzoekt aan de reizigers om over te stappen. Maar hierbij geldt weer hetzelfde bezwaar: dit komt bijna niet voor. Bovendien kun je die beknopte bijzin niet goed nominaliseren: iemand verzoekt aan de reizigers een overstap, of iemand verzoekt aan de reizigers een reactie, dat is allemaal niet goed.
(3) Een derde argument sluit bij het tweede aan, en maakt gebruik van de nominalisatieproef. Nominalisatie zou opleveren: het verzoeken van iets aan iemand. Ook dit lijkt bij oppervlakkige beschouwing best acceptabel. Maar zie eens hoe slecht het wordt als je in plaats van iets en iemand iets concreets probeert in te vullen: het verzoeken van een overstap aan de reizigers. Helemaal fout, zou je zeggen. Met andere woorden: die nominalisatieproef wijst helemaal niet de reizigers als meewerkend voorwerp aan.
(4) Dat de reizigers meewerkend voorwerp zou zijn wordt ook nog beargumenteerd door te wijzen op de betekenisovereenkomst met het werkwoord vragen. Je vraagt iemand iets, je verzoekt iemand iets. Bij vragen is iemand meewerkend voorwerp, bij verzoeken dus ook. Ook dit lijkt aannemelijk, totdat je het werkwoord vragen eens nader gaat bekijken. Vragen bestaat namelijk in twee betekenissen: "informeren" (je vraagt iemand of het regent) en iets als "aansporen" (je vraagt iemand om op tijd te komen). De betekenis "verzoeken" hoort niet bij het eerste vragen, alleen bij het tweede. En alleen het eerste is aan iemand iets vragen, het tweede is van iemand iets vragen, hetgeen op een lijdend voorwerp iemand wijst.
(5) Sommigen proberen ook nog indirect af te leiden dat de reizigers meewerkend voorwerp is. Zij zeggen: in de zin Iemand verzoekt de reizigers iets moet iets lijdend voorwerp zijn. Omdat er geen twee lijdende voorwerpen in een zin kunnen staan, moet de reizigers wel iets anders zijn, en meewerkend voorwerp is de enige aannemelijke mogelijkheid. Er zijn twee problemen met dit argument. De stelling dat er geen twee lijdende voorwerpen in één zin kunnen staan is aanvechtbaar. Maar zelfs als we aannemen dat hij correct is, dan kun je het argument nog omkeren. Dan kun je zeggen: de reizigers is lijdend voorwerp, dus iets moet iets anders zijn. Wat kan iets dan zijn? Nou, bijvoorbeeld zoals Den Hertog al voorstelt: oorzakelijk voorwerp. Dat iets geeft het doel aan waarop het verzoek zich richt. Dit doel kun je invullen met een beknopte bijzin of met een woordgroep met om of tot: iemand verzoekt de lezers om een reactie. Het feit dat de beknopte bijzin vervangbaar is door het voornaamwoord iets is geen reden om deze ontleding te verwerpen. Dat zie je ook bij iemand iets vragen, dat twee dingen kan betekenen: "bij iemand informeren naar iets", of "iemand tot iets aansporen". Die twee betekenissen komen tot uitdrukking in de twee ontledingen.

Conclusie
De ontleding die het meervoud ondersteunt kent alleen maar argumenten vóór en geen argumenten tegen. De ontleding die het enkelvoud ondersteunt kent verschillende argumenten vóór, maar op elk argument valt wel wat af te dingen. Een strikte grammaticus zou daarom de eerste ontleding moeten goedkeuren en de tweede moeten afkeuren.

Nu is de hedendaagse taalkundige een pragmaticus. Wat de taalgebruiker wil, is wet. Als de variant met enkelvoud voorkomt, heeft zij bestaansrecht. Dit geldt ook voor de variant met aan de reizigers. Als taalgebruikers dat, desgevraagd, acceptabel vinden, dan kun je daar als taalkundige in principe niets tegenin brengen. Je kunt wel op basis van je analyse concluderen dat de taalgebruikers "strikt genomen" ten onrechte een bepaalde vorm gebruiken, maar als ze dat echt willen, dan heb je dat te accepteren. En als die variant alleen maar kan worden verantwoord door aan te nemen dat er sprake is van een meewerkend voorwerp, dan moet je dat ook, zij het knarsetandend, voor lief nemen.

Wat betekent dat voor de bovenstaande discussie? Volgens mij zouden we in elk geval moeten concluderen dat er op de variant met meervoud, en de ontleding van de reizigers als lijdend voorwerp in de actieve zin, niets (maar dan ook niets) aan te merken valt. Het enkelvoud, en de ontleding van de reizigers als meewerkend voorwerp is op zijn minst verdacht vanwege het feit dat de cruciale varianten bijna nooit voorkomen. Het zou best kunnen zijn dat die enkele voorkomens het rechtstreekse gevolg zijn van grammatica-onderwijs in plaats van een normale taalverwerving.

vrijdag 31 augustus 2007

Eeuwige kwesties (5): verzocht worden



Het houdt maar niet op. Steeds maar weer steekt hij de kop op: de redenering dat het zou moeten zijn De reizigers wordt verzocht over te stappen, in plaats van het correcte De reizigers worden verzocht over te stappen, zoals normale mensen zeggen. En altijd maar weer met diezelfde voorbeeldzin. Arme reizigers, die steeds maar weer verzocht wordt! Het is de hardnekkigste fout in de Nederlandse ontleding. Nu duikt hij weer op in de blogwereld, op  nltaal.blog. Net nou dit blog weer nieuw leven was ingeblazen. Het is om te huilen.

Taalkundigen hebben in de afgelopen eeuw talloze malen verteld hoe het zit met dat worden verzocht, dat is al meer dan honderd jaar bekend, maar wie luistert er nog naar taalkundigen? Ook de taalprof verwees al eens naar zo’n taalkundige uitleg, maar zelfs dat lijkt geen enkel effect te hebben.

Ik zal niet zeggen dat taalkundigen altijd gelijk hebben. Ook taalkundigen verkopen wel eens onzin (dát leren ze wel op de universiteiten). En eerlijk gezegd: taalkundigen zijn natuurlijk altijd veel te genuanceerd. Alles kan een beetje, en voor elke redenering bestaat wel enig begrip. Iedereen die in het onderwijs zit weet dat dat een lovenswaardige maar zinloze manier van uitleggen is. In het onderwijs moet je zwart-wit zijn. Het een of het ander, niet allebei. Meerkeuzevragen, en er is maar één antwoord mogelijk.

In dat geval: de enige variant die fatsoenlijk grammaticaal onderbouwd kan worden is De reizigers worden verzocht (om) over te stappen. Alle zichzelf respecterende naslagwerken, de Algemene Nederlandse Spraakkunst voorop, vermelden waarom dit correct is: omdat je de reizigers kunt vervangen door men. Dan wordt het Men wordt verzocht (om) over te stappen, en dat is een perfecte Nederlandse zin. Niets mis mee. Iemand die deze zin afkeurt spreekt geen Nederlands.

Hoe komt het toch dat zoveel mensen blind zijn voor de keiharde conclusie die hieruit volgt? Het voornaamwoord men kan nooit als meewerkend voorwerp gebruikt worden (Ik geef men een boek), of als welk voorwerp dan ook (Ik zie men, ik verbaas me over men). Men kan alleen maar het onderwerp van de zin zijn.

Maar als men het onderwerp is van de zin Men wordt verzocht over te stappen, wat is dan het onderwerp als je men vervangt door een reiziger? Een reiziger wordt verzocht over te stappen. Dat is toch een vraag die je zelfs zonder grammaticale opleiding kunt beantwoorden, niet? Natuurlijk is dan een reiziger ook het onderwerp. Maar dan volgt het sluitstuk van de redenering: wat is dan het onderwerp als je van het enkelvoudige een reiziger het meervoudige de reizigers maakt? Ja sorry, ik moet me verontschuldigen tegenover de lezer die zich hier als een kind toegesproken voelt, maar er zijn toch echt mensen die met droge ogen durven beweren dat in de zin De reizigers worden verzocht over te stappen het zinsdeel De reizigers géén onderwerp kan zijn. Wie kan mij vertellen waar in deze redenering deze mensen afhaken? Dat zou ik wel eens willen weten.

Goed. De reizigers worden verzocht over te stappen is dus zonder twijfel een correcte zin. Maar hoe zit het dan met De reizigers wordt verzocht over te stappen? Is die zin dan automatisch fout, of is er een geldige redenering waarom die zin goed zou kunnen zijn? Dat is natuurlijk het probleem: zo’n redenering is er wel, maar daar blijkt bij nadere beschouwing van alles op aan te merken. Echter: die redenering is blijkbaar zo imponerend, dat hij leidt tot de gedachte: als de reizigers wordt verzocht over te stappen goed is, dan is die zin met worden alsnog fout! Hoe blind kun je zijn?

Die twijfelachtige redenering wordt vaak met veel aplomb verkondigd. Kijk, zegt de redeneerder, De reizigers wordt verzocht over te stappen is een passieve zin. Nu is de helft van de bevolking al voor het standpunt gewonnen, want er bestaat nu eenmaal een heilig ontzag in de Nederlandse samenleving voor grammaticale termen. De reizigers wordt verzocht over te stappen is dus een passieve zin, en de actieve vorm is wij verzoeken de reizigers over te stappen.

Tot zover niets aan de hand. Maar dan komt het: in die zin is de reizigers het meewerkend voorwerp, zo wordt vervolgens beweerd. Maar dat is wel heel gemakkelijk geconcludeerd!

Waarom zou de reizigers het meewerkend voorwerp moeten zijn in de zin wij verzoeken de reizigers over te stappen? Ja, je kunt zeggen AAN de reizigers. Let op: zo wordt het meestal gezegd. Alleen het zinsdeel de reizigers wordt herhaald, met aan erbij. Of er wordt iets van gemaakt als de reizigers zijn degenen aan wie het verzoek gericht is. Op die manier wordt toevoeging van het woordje aan geloofwaardig gemaakt. Zorgvuldig wordt vermeden om de hele zin te herhalen met dat voorzetsel erbij, want dan klinkt het al meteen een stuk slechter: Aan de reizigers wordt verzocht over te stappen, wie zegt dat ooit? Die constructie met aan komt bijna nooit voor. Ja, er zijn wel mensen die dit af en toe zeggen of schrijven, ongetwijfeld onder invloed van deze redeneerfout, maar de versie zonder aan heeft duidelijk de voorkeur. Natuurlijk omdat de reizigers helemaal geen meewerkend voorwerp is. Als je iemand uitnodigt, is die uitnodiging ook aan iemand gericht, maar iemand is gewoon lijdend voorwerp. Niemand komt op het idee om dat meewerkend voorwerp te noemen. Waarom zou dat bij verzoeken dan ineens wel moeten?

Er is nog een tweede "redenering" die moet aantonen dat de reizigers meewerkend voorwerp zou zijn. Dat is, dat over te stappen het lijdend voorwerp is in de zin wij verzoeken de reizigers over te stappen. Maar ook dat is onjuist. Over te stappen is een actie of een handeling, en als je de beknopte bijzin daardoor vervangt zie je wat er aan de hand is. Het is niet wij verzoeken de reizigers een actie, maar wij verzoeken de reizigers om een actie. De bijzin is niet het lijdend voorwerp, maar het voorzetselvoorwerp. Bij voorzetselvoorwerpen in de vorm van een beknopte bijzin valt het voorzetsel wel vaker weg. Dat is niets bijzonders, dat je wel vaker tegenkomt bij de ontleding.

Er zijn ook mensen die wel eens een klok hebben horen luiden over de overeenkomst tussen een meewerkend voorwerp en een "derde naamval". In oudere stadia van het Nederlands zijn er inderdaad aanwijzingen dat het meewerkend voorwerp zonder voorzetsel in de derde naamval stond. Is dat met deze constructie niet het geval? Kun je langs die weg niet aantonen dat de reizigers het meewerkend voorwerp is? Nee, dat kun je niet.

In oudere stadia van het Nederlands bestond alleen de constructie met iemand verzoeken in de vierde naamval (iemand was lijdend voorwerp), en ook in onze zustertaal waar de naamvallen nog wel bewaard zijn (het Duits), zie je versuchen met een vierde naamval. Niet met een derde. Er is dus geen enkele aanwijzing dat de reizigers ooit derde naamval of meewerkend voorwerp geweest is.

Kortom: er is geen geldige redenering die aantoont dat de reizigers meewerkend voorwerp is in de actieve zin. De bijzin is geen lijdend voorwerp, maar een voorzetselvoorwerp. De reizigers moet dus gezien worden als het lijdend voorwerp. Als je van de actieve zin wij verzoeken de reizigers over te stappen een passieve zin wil maken, zou je van het lijdend voorwerp (de reizigers) het onderwerp moeten maken. Dus: de reizigers worden verzocht over te stappen. Ik kan er werkelijk niets anders van maken.

Waarom zijn die taalkundigen en taaladviseurs dan zo voorzichtig met die foute zin? Waarom wordt die fout in bescherming genomen? Ik denk dat dit misplaatste tolerantie is. Omdat de foute zin jarenlang in een verkeerde redenering is goedgepraat, wordt hij als het ware kunstmatig in leven gehouden. Sommige mensen, zwaar geïndoctrineerd natuurlijk door pseudotaalkundige betweters, slagen er blijkbaar in om hem met een stalen gezicht over de lippen te krijgen, en hij komt dus inderdaad voor. En het is een belangrijk principe in de taalbeschrijving dat wat voorkomt, uiteindelijk tot de taal gerekend moet worden. Ook al kan de correcte zin met keiharde en onweerlegbare argumenten worden onderbouwd, ook al heeft de foute zin in meer dan honderd jaar nooit echt voet aan de grond gekregen, dit taalkundige couveusekindje moet koste wat kost behouden worden door te verklaren dat het "strikt genomen" de juiste vorm is die "verdrongen wordt" door de andere. Allemaal onzin natuurlijk.

Hoe lang moeten wij dit nog aanzien? Hoe lang moeten wij ons nog laten piepelen door grammaticale fundamentalisten die ons bedreigen met taalkritiek?  Waarom verzoeken wij die betweters niet eens om over te stappen?

dinsdag 24 juli 2007

Blijvend te technisch theoretisch




Stel je de Taalprof de vraag of een bepaalde zin "grammaticaal wel in orde is," dan krijg je al gauw een uitgebreide taalkundige analyse als antwoord. En mocht je dan nog volhouden, dan kun je het ook nog eens op een andere manier te horen krijgen.

Is dit bevredigend? "Vaak vind ik hem te technisch theoretisch" zegt dan iemand over de Taalprof in een discussie elders op het internet. O, het moest niet technisch of theoretisch? Dat kan ook.

donderdag 31 mei 2007

Een veel gemaakte fout



Taalcritici hebben het maar gemakkelijk. Lekker andere mensen op hun fouten wijzen, en zo zelf een onaantastbare indruk maken. Vooral de "hardnekkige fouten" worden liefdevol gekoesterd, want die maken het leven wel heel eenvoudig. Je hoeft er niet eens bij na te denken.

Toch loop je als criticus juist bij zo'n hardnekkige fout een groot risico. Want waarom zou een fout hardnekkig zijn? Meestal omdat hij eigenlijk niet fout is.

dinsdag 24 april 2007

De taalprof blijft passief



En wat is nou eigenlijk passief? Denkt daar eigenlijk wel eens iemand over na? Ja, passief betekent hetzelfde als lijdende vorm, tenminste als je het taalkundig bekijkt, want passief is natuurlijk ook nog een "gewoon woord": Hè doe nou eens niet zo passief!.

Op de site taalkoeien ben ik momenteel met een lezer hierover in discussie (als hij tenminste nog eens antwoordt). De lezer heeft het over passieve betekenis, maar dat is eigenlijk iets heel anders dan lijdende vorm.

Hûh?

donderdag 30 november 2006

Vals alarm in domstad



Je moet tegenwoordig erg oppassen met wat je zegt, want voor je het weet staat de taalprof ineens over je schouder mee te kijken. Elke grammaticale noodkreet op het internet wordt onmiddellijk geregistreerd door de ultragevoelige grammaticale antennes die de taalprof op zijn ivoren toren heeft staan.


Utrechtse schakers hebben een bijzondere band met de grammatica. Op 17 november maakt er weer eentje een grammaticale opmerking: "Er wordt zaken gedaan; niet er worden zaken gedaan. Bel de Taalprof!". Dat is natuurlijk de goden verzoeken. Daar kun je dan  één minuut later wel aan toevoegen "(dit is een geintje; niet weer svp)", maar het kwaad is al geschied. Ook de brandweer rukt bij iedere melding uit.

zondag 12 november 2006

Een schaaknovelle



Gemor onder de Utrechtse schakers! Zij stelden een vraag over de zin De kinderen kan/kunnen op de regels worden gewezen. Mijn uitleg vonden ze echter "te veel woorden om iets zinnigs (?) te zeggen", en ze konden de concentratie niet opbrengen om alles te onthouden.


Nou jongens, dat is toch geen probleem? Dan doe ik er gewoon twee breintjes af, en giet ik het in de vorm van een schaakpartij-analyse!

maandag 17 juli 2006

Een hele verandering




De voorpagina van de NRC, zaterdag 15 juli, onderaan de pagina. Een grote kop: Drie Italiaanse topclubs door rechter gedegradeerd. Ik weet zeker dat er meer Nederlanders, net als ik, even op het verkeerde been stonden. Maar hoe zit dat? Je moet wel een beetje van ontleden weten wil je daarover mee kunnen praten.



Als de bewuste kop had geluid Drie Italiaanse topclubs gedegradeerd, dan was er niets aan de hand geweest. In krantenkoppen wordt wel vaker het werkwoord zijn weggelaten. Blijkbaar was er dan bedoeld: Drie Italiaanse topclubs zijn gedegradeerd. Dat zijn gedegradeerd was dan eenvoudigweg een voltooide tijd geweest van Drie Italiaanse topclubs degraderen. Ze degraderen, en als gevolg daarvan zijn ze gedegradeerd.

Nu staat erbij door de rechter. Dat lijkt op het eerste gezicht vreemd. Hoezo, "door de rechter"? Is die rechter soms de oorzaak ervan dat die clubs degraderen? Maar dat is toch raar, om dat zo te zeggen?


De oplossing is natuurlijk dat de zin door die toevoeging een lijdende vorm wordt, namelijk de lijdende vorm van de zin De rechter degradeerde drie Italiaanse topclubs. Zet je die zin in de lijdende vorm, en daar weer de voltooide tijd van, dan krijg je Drie Italiaanse topclubs zijn door de rechter gedegradeerd (geworden). Dan laat je zijn weg, en je krijgt de krantenkop.


Maar kan dat zomaar? Is degraderen ook een werkwoord waar een lijdend voorwerp bij kan staan? Jazeker! Het wordt tegenwoordig wel meestal gebruikt zonder lijdend voorwerp (De club degradeert), en vandaar ook de verwarring, maar met lijdend voorwerp (Iemand degradeert de club) kan ook.


Degraderen valt in een grote klasse van zogeheten veranderingswerkwoorden. Dat zijn werkwoorden die de verandering van een toestand aangeven. Het bekendste voorbeeld is het werkwoord... veranderen!


Wat is het bijzondere van deze werkwoorden? Ze komen allemaal in twee versies voor: iemand verandert iets, en iets verandert. In de eerste variant krijgen ze een voltooide tijd met hebben (iemand heeft iets veranderd), in de laatste is het hulpwerkwoord zijn (iets is veranderd). De laatste variant heeft geen lijdende vorm, de eerste wel (iets wordt door iemand veranderd). De verwarring ontstaat als je van die lijdende vorm een voltooide tijd maakt. Dan valt die vorm samen met de gewone voltooide tijd van de tweede variant.


Dat in de kop van het NRC-artikel de lijdende vorm bedoeld is, blijkt niet alleen door die toevoeging door de rechter. De eerste zin van het artikel luidt: De voetbalclubs Juventus, Lazio en Fiorentina zijn door een tribunaal van de Italiaanse voetbalbond teruggezet naar de serie B. Hier is het woord degraderen in de eerste variant (dus met lijdend voorwerp) vervangen door terugzetten, dat geen veranderingswerkwoord is en de tweede variant mist (je kunt niet zeggen: Juventus zette terug naar de serie B).


Dat degraderen gewoonlijk in de tweede variant wordt gebruikt, blijkt dan weer in het vervolgartikel (op pagina 12). Daar staat de zin: Juventus levert 2 titels in en degradeert met Fiorentina en Lazio naar de serie B. Dit is duidelijk de tweede variant van het veranderingswerkwoord. Niks lijdende vorm, niks door de rechter.


Het degraderen van voetbalclubs is tegenwoordig meestal een automatisme: als de club onderaan eindigt, degradeert hij naar de lagere klasse. Daar komt geen persoon of instantie bij te pas die de club daadwerkelijk "terugzet". Ik denk dus dat het met de eerste variant van het veranderingswerkwoord degraderen binnenkort afgelopen is. Tenzij de schandalen toenemen en de rechter op uitgebreide schaal clubs moet gaan zitten degraderen.

donderdag 9 maart 2006

Special effects in de taal: de lijdende vorm




Misschien ken je uit de film het visuele effect dat bekend staat onder de naam virtual camera. Vooral in de sf-film The Matrix is dit veel toegepast. Eenzelfde scène is vanuit verschillende perspectieven opgenomen en weergegeven. Iemand schiet een kogel af op iemand anders, en je hebt een perspectief vanuit de schutter, vanuit het slachtoffer, vanuit de kogel, van een afstand, in helikopterview. Steeds dezelfde gebeurtenis, steeds een ander perspectief.


Misschien heb je je nooit gerealiseerd dat de taal ook zo'n techniek in huis heeft. Ook in taal is het mogelijk om eenzelfde gebeurtenis vanuit verschillende perspectieven te beschrijven.


Neem een zin als Neo breekt het glas met een lepel. Dat kun je ook formuleren als Neo's lepel breekt het glas. Dezelfde gebeurtenis, ander perspectief. Nu is het feit dat Neo de lepel hanteert een beetje naar de achtergrond verplaatst. Toch is de gebeurtenis (en het resultaat) niet anders.

Deze perspectiefwisseling is iets anders dan alleen maar een woordgroep op een andere plaats in de zin zetten. Een zin als Met een lepel breekt Neo het glas heeft wel een andere focus, maar geen ander perspectief. Hier is Neo nog wel degelijk degene die iets doet. Er is alleen wat meer nadruk aan de lepel gegeven. Perspectief hetzelfde, focus is anders.


Het kan nog anders. Je kunt ook zeggen Het glas breekt door Neo's lepel. Nog steeds is de gebeurtenis hetzelfde. Het glas gaat kapot, de lepel is het instrument, en Neo is degene die de lepel hanteert. Maar weer is het perspectief verschoven. Nu zien we de gebeurtenis vanuit het glas.


Deze mogelijkheden zijn afhankelijk van de toevallige mogelijkheden van het woord breken. Lang niet alle werkwoorden hebben deze mogelijkheden. Maar op beperktere schaal heeft de taal een techniek die bij vrijwel alle werkwoorden toegepast kan worden: de lijdende vorm, oftwel het passief.


Met behulp van een hulpwerkwoord worden kun je in vrijwel elke zin het perspectief wisselen. Zo maak je van Neo schiet Smith neer net zo makkelijk Smith wordt door Neo neergeschoten. Perspectief vanuit het slachtoffer, dader op de achtergrond. Je kunt hem zelfs weglaten: Smith wordt neergeschoten. Goeie techniek. Onbegrijpelijk dat taaladviseurs iets tegen het passief hebben.


Waarom kan dit in de taal? Nou ja, dat lijkt me duidelijk. De lijdende vorm heeft een duidelijke functie. Het wisselen van het perspectief ondersteunt het verhaal. Soms wil je juist dat de gebeurtenis vanuit het slachtoffer bekeken wordt (zoals in deze zin, zie je wel?). Nou, dan kan het. Je moet het natuurlijk wel kunnen gebruiken. Een onhandige film is ook niet om aan te zien.