Op 28 september twitterde @TaalcentrumVU: Wat is juist: 'Ik heb het adres vergeten' of 'Ik ben het adres vergeten'? en dan een link naar een taaltip.
Nou zijn er waarachtig wel belangrijker zaken om je druk over te maken, en over deze kwestie bestaat al een uitgebreid en heel genuanceerd advies op taaladvies.net, met een overzicht van haast alle adviezen hierover, maar blijkbaar heeft het Taalcentrum van de VU de behoefte om nog een duit in dit al uitpuilende zakje te doen.
Posts tonen met het label Hulpwerkwoord. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Hulpwerkwoord. Alle posts tonen
zondag 30 september 2012
donderdag 2 februari 2012
Mag gezien laten worden
Deze kende ik nog niet, maar ik hoorde hem bij De wereld draait door: ik heb de precieze zin niet opgeschreven, maar het was iets als: De realiteit die best mag gezien laten worden. Mooi voorbeeld van het problematische laten. Er zijn al gevallen gesignaleerd als De mogelijkheden worden voorbij laten gaan, Hier wordt iets laten zien, en Dat mijn minister-president alle hoeken van die zaal wordt laten gezien, maar deze is net weer een beetje anders.
De overeenkomst is de moeilijkheid om het hulpwerkwoord van causaliteit laten te combineren met een lijdende vorm. Dat gaat niet: het hulpwerkwoord laten wil per se het laatste hulpwerkwoord zijn, en worden wil dat ook. Dat kan niet allebei. Om worden te laten volgen door laten zou laten eigenlijk een voltooid deelwoord moeten zijn (worden gelaten zien), of een vervangende infinitief (worden laten zien), maar beide voelen niet goed aan. Dan zou je zeggen: laat laten volgen door de lijdende vorm (laten worden gezien), maar dat levert een kromme betekenis op, omdat juist het causaal gemaakte werkwoord (laten zien) in de lijdende vorm bedoeld wordt. Degene die iets laat moet daardoor in de door-bepaling komen zitten (iets wordt door iemand gelaten).
Waarom is dit geval bijzonder? Omdat hier de uitweg wordt gekozen om het voltooid deelwoord gezien vooraan de werkwoordelijke eindgroep te plaatsen. In plaats van mag laten worden gezien realiseerde de taalgebruikster gezien mag laten worden, waardoor het conflict dat optreedt bij het horen van het voltooid deelwoord op het eerste gezicht vermeden wordt. Volgens mij gaat het nu echter weer mis, omdat gezien nu wordt geïnterpreteerd als een soort naamwoordelijk deel, met worden als koppelwerkwoord. Ongeveer zoals de realiteit die best bekend mag laten worden. Maar ook hier staat worden in het bereik van laten. Dat klopt qua betekenis weer niet, omdat de realiteit zelf niets laat gebeuren, en dat wordt door deze constructie wel gesuggereerd.
Het zou interessant zijn als de zin had geluid de realiteit die best gezien mag worden gelaten. Dat zou syntactisch in orde zijn geweest, naar analogie van de realiteit die best ongezien mag worden gelaten. Maar toch is dat ook weer niet wat de spreekster bedoelde. Dan staat er dat de realiteit best in een bepaalde toestand (de geziene toestand) mag worden gelaten. En zij bedoelde dat de realiteit best mag worden getoond. Door te kiezen voor splitsing van tonen in laten en zien werkte zij zichzelf syntactisch in de nesten.
woensdag 3 november 2010
Taalprof doet denkiedenkie


Het zal ongetwijfeld al genoemd zijn in een of andere verkiezing van "het woord van 2010," want tijdens de eerste debatten tussen de kamer en het kabinet-Rutte dook het op in de landelijke media: huiliehuilie, en dan in de combinatie huiliehuilie doen. Het is niet nieuw (je vindt het al een paar jaar), maar hoe zit het in elkaar? Kun je zoiets ontleden?
Ja dat kan.
woensdag 3 maart 2010
Laat dit nou best lastig zijn





Je zou denken dat de Taalprof overal snel een antwoord op heeft, maar dat is niet zo. Sommige ontledingen zijn zo lastig dat een oplossing niet meteen voor de hand ligt. Zo stelde vanmorgen iemand de vraag naar de ontleding van de zin Laat het soldatenmes Zwitsers blijven. Is dat een naamwoordelijk gezegde? Wat is het onderwerp? Dat is nog best lastig.
woensdag 3 december 2008
Laat de taalprof je de grammatica leren laten uitleggen





Nog geen uur geleden: de televisie stond aan (Tussen kunst en kitsch) en de taalprof was verzonken in diepzinnige gedachten. Iemand had het over een schilder die ergens naar toe was gegaan, om hem lasagne te leren laten maken. Hè? dacht de taalprof, te leren laten maken? Moet dat niet zijn te laten leren maken?
Ja, dat is een extreem complex verhaal. Daar moet je echt even voor gaan zitten. Ik zet er vijf breintjes boven, dat is de eerste keer. Maar het is te leuk om te laten liggen.
maandag 29 september 2008
Ja dat mogen ze




De taalprof kreeg van zijn studenten een elektronische verjaardagskaart. Aangezien hij ze opleidt om allerlei interessante taalverschijnselen in het wild te ontdekken, zal de keuze voor deze kaart niet geheel toevallig zijn geweest.
Het ging om een e-card van de website kaartenhuis.nl met een animatie van een knallende champagnekurk en een taart met kaarsjes, alles onder de opzwepende tonen van het nummer Congratulations van Cliff Richard. Die kaarsjes (het waren er gelukkig maar vier) kon je virtueel “uitblazen” door ze aan te klikken, en dan verscheen de tekst Moge al je wensen uitkomen. Denk daar maar eens over na, moeten de studenten
gedacht hebben.
zondag 25 mei 2008
Nieuwe Taalvariant ontdekt door Taalprof


De taalprof kijkt ook wel eens naar een voetbalwedstrijd, maar hij luistert dan vooral naar het commentaar. Zo ook gisteravond, de oefenwedstrijd Nederland - Oekraïne. Ergens in de eerste helft zei de commentator: Bal laten lopen door Mandzjoek... Hee, dacht de taalprof, wat gek!
Hoezo gek? Is daar wat mis mee dan?
dinsdag 6 mei 2008
Wat is een hulpwerkwoord van aspect?


Niemand die Nederlands spreekt vindt het gek dat je een verleden tijd in de werkwoordsvorm uitdrukt. De zin Het regent kun je in één klap in de verleden tijd zetten door het werkwoord te veranderen: Het regende. Daar is helemaal geen extra woord voor nodig. Je kunt er natuurlijk wel gisteren bij zetten, of net, maar dat hoeft niet. Alleen al door te zeggen Het regende in plaats van het regent heb je uitgedrukt dat de regen in het verleden plaatsvond.
Eigenlijk is dat maar gek. De meeste betekenissen zijn uitgedrukt in aparte woorden. Zoals aspectuele betekenissen. Aspectu-wat?
woensdag 25 april 2007
Ondertussen op het marktplein


"Ja, nou gaat het toch echt de verkeerde kant op met dat weblog van jou!"
"Hè?"
"Man man man, wat een zielig gepietepeuter op de vierkante millimeter, zeg!"
"Wat bedoel je?"
"Eerst horen we weken haast niks, en dan ineens drie van die logs over het hulpwerkwoord waar de honden geen brood van lusten!"
"Hoezo dat dan?"
"Zie je dat nou zelf niet, dat je met één of twee lezers in discussie gaat, en dat je bij de tweede regel iedereen al kwijt bent?"
"Ehh..."
"En dan: waar gáát dit in hemelsnaam over? Wie zit hier nou op te wachten?"
"Ehh..."
"Vind jij nou serieus dat iedereen dit moet kunnen volgen?"
"Nou..."
"Dat iedereen op dit niveau moet kunnen meeneuzelen over wanneer iets nou wel of niet een hulpwerkwoord is? Get a life, zou ik zeggen. Het is maar een goede raad, denk daar maar eens over na."
vrijdag 20 april 2007
Hulpwerkwoorden: een kleine toevoeging




Wat maakt een hulpwerkwoord tot een hulpwerkwoord? Waarom is zie in ik zie haar dansen geen hulpwerkwoord, en laten in ik laat haar dansen weer wel? Waarom lijken de taalkundigen het hierover niet eens te zijn, en zeggen sommige professoren dat er steeds meer hulpwerkwoorden bij komen in het Nederlands? Kunnen we nu niet eens eens en voor altijd een lijstje samenstellen van alle hulpwerkwoorden
in de taal en daar voor tien jaar met onze tengels van afblijven?
Ja, daar vraag je zowat!
woensdag 18 april 2007
Hoe het hulpwerkwoord helpt


Wat is een hulpwerkwoord? Het antwoord op deze simpele vraag is op het internet nog niet eens zo makkelijk te vinden. Sommige bronnen laten het bij de vaststelling dat het hulpwerkwoord niet zelfstandig voorkomt, andere beperken zich tot het opsommen van drie soorten (het hulpwerkwoord van tijd, van lijdende vorm en van modaliteit), en noemen de andere hulpwerkwoorden overige, zonder precies te zeggen welke dat dan zijn.
Iedereen heeft wel zo'n beetje gelijk, maar echt helder vind ik het allemaal niet. Kan dat nou niet scherper? Ik denk het wel.
vrijdag 28 juli 2006
Wij zijn schoften (de baas ook)



De titel van deze log is een heel oud mopje, uit de tijd dat het woord schoften een gebruikelijker vorm was van het werkwoord schaften (dat, ik zeg het er maar even bij, "eten" of "lunchen" betekent). De grap is dat bouwvakkers die waren gaan eten de mededeling Wij zijn schoften op een bord hadden geschreven, en dat een of andere grapjas eronder had gezet (de baas ook).
Het grapje is natuurlijk moeilijk te vertalen. Misschien is Wij zijn ouwehoeren wel een mogelijkheid, maar het is onwaarschijnlijk dat je dat op een bord zet*. Dat is jammer, want zo gaat een mooi voorbeeld verloren van het aspectuele hulpwerkwoord zijn.
Het mopje drijft niet alleen op de dubbelzinnigheid van het woord schoften (zelfstandig naamwoord in het meervoud, of werkwoord), maar ook op de twee vormen van het werkwoord zijn: in wij zijn grote schoften is het koppelwerkwoord, en in wij zijn even schoften is het hulpwerkwoord van aspect.
Hulpwerkwoorden van aspect (zie ook deze log) voegen zogeheten aspectuele informatie toe aan de zin. Niet over de voltooiing van een toestand of een gebeurtenis (dat doet het hulpwerkwoord van tijd), maar over het begin ervan (het gaat regenen, hij komt logeren) of over de duur (het blijft regenen). Het aspectuele hulpwerkwoord zijn doet dat eigenlijk allebei. Zeg je ik ben fitnessen, dan druk je uit dat je ergens weggegaan bent voor een activiteit waar je nu mee bezig bent. Je kunt in plaats van fitnessen niet zo makkelijk een werkwoord invullen dat een onbedoelde of korte activiteit uitdrukt (ik ben op de grond vallen, ik ben iemand ontmoeten). Bij korte activiteiten krijg je een soort van herhalingsbetekenis: ik ben springen gaat dan zoiets betekenen als dat je bijvoorbeeld een atleet bent die op regelmatige basis moet
Al deze betekeniseffecten wijzen erop dat het aspectuele hulpwerkwoord zijn een begin en een duur aan de zin toevoegt. Je zou nu kunnen denken dat in ik ben fitnessen een ander hulpwerkwoord, gaan, is weggelaten: ik ben gaan fitnessen. Dan zou ben een hulpwerkwoord van tijd zijn. Maar dat wordt ontzenuwd door de test die ik hier al eens beschreven heb: zet er zondag bij. In Ik ben zondag gaan fitnessen heb je het hoogstwaarschijnlijk alleen over afgelopen zondag (dat is voltooide tijd), maar in Ik ben zondag fitnessen kun je het alleen over aanstaande zondag, of zondag in het algemeen hebben (tegenwoordige tijd). In die laatste zin kan zijn dus geen hulpwerkwoord van tijd zijn.
In een reactie op deze log was een lezer het niet eens met mijn analyse van ik ben al geweest. Ik merkte op dat geweest hier een hulpwerkwoord van aspect was (en ben hulpwerkwoord van tijd), maar deze lezer vroeg zich af waarom het niet een zelfstandig werkwoord was in de betekenis "zich bevinden".
Je kunt natuurlijk zeggen dat ik heb me daar al bevonden een rare zin is om de betekenis van ik ben al geweest uit te drukken, en ook het weglaten van daar is een probleem dat je in die analyse moet oplossen, maar is die aspectuele betekenis van geweest niet op een betere manier aan te tonen? Ik denk het wel.
Het beginaspect van een gebeurtenis of toestand kun je aantonen met kleine bijwoordelijke bepalingen als meteen of onmiddellijk. Zijn in de betekenis "zich bevinden" kun je niet goed combineren met deze bepalingen, zeker niet als het ook nog eens een voltooide tijd is: ik ben natuurlijk meteen in het park geweest is een hele rare zin, waar je de indruk hebt dat het eigenlijk iets moet zijn als ik ben natuurlijk meteen naar het park gegaan. Maar in onze voorbeeldzin, ik ben natuurlijk meteen geweest is er niets aan de hand, dat klinkt prima. Hoe kan dat, als geweest hier "zich bevinden" moet betekenen?
De oplossing is simpel: in ik ben natuurlijk meteen geweest is geweest geen zelfstandig werkwoord, maar het hulpwerkwoord van aspect. Daar hoort eerder een richtingsbepaling bij dan een plaatsbepaling.
*Deze zou ook nog kunnen: het personeel van een dierenwinkel zet een bord in de etalage met de tekst Wij zijn eten, en zet dat vlak bij die doorzichtige bak met die schattige konijntjes. Iemand schrijft erbij: Prettige Kerstdagen. Maar misschien kan niet iedereen daarmee lachen.
maandag 24 juli 2006
Praten in hulpwerkwoorden



"Ik moet heel erg."
"Nou dan ga je toch?"
"Mag ik?"
"Doe maar!"
"Ik kan niet goed"
"Kun je niet of durf je niet?"
"Laat me nou!"
"Of wil je soms niet?"
"Ja nou hoef ik al niet meer!"
"Waarom zou je ook?"
"Nee, ik ben al geweest."
Deze conversatie is vanuit een grammaticaal oogpunt opmerkelijk. Alle werkwoorden zijn namelijk eigenlijk hulpwerkwoorden. Dat wordt echter niet door alle grammaticaboeken erkend.
Abonneren op:
Posts (Atom)