De taalprof heeft ooit gezworen om mensen nooit publiekelijk op spelfouten aan te spreken. Hij heeft waarachtig wel wat beters te doen, en daarbij komt: er zijn veel te weinig mensen die aandacht hebben voor de grammatica in verhouding tot het aantal dat een correcte spelling in de gaten houdt. Hij bijt dus nog liever zijn tong af dan dat hij kritiek zou hebben op de laatste tweet van het ministerie van OCW, die luidt: Meer les uren en betere begeleiding in het middelbaar #beroepsonderwijs. Maar er is hier wel een interessante grammaticale invalshoek.
Stel dat de tweet inderdaad zo bedoeld is. Dat is niet zo, want in het bericht waar hij naar linkt staat gewoon 'lesuren,' maar laten we het eens aannemen. Hoe is dan de ontleding?
Je zou kunnen veronderstellen dat de ontleding van het eerste deel parallel is aan 'minder tweets foutloos,' waarbij er sprake is van een elliptische zin waarin het koppelwerkwoord 'zijn' is weggelaten: minder tweets zijn foutloos. Daarmee zou de betekenis van 'meer les uren' dus zoiets worden als 'meer les duurt uren,' of, in een vrijere parafrase: 'er komen meer lessen die uren duren.' Dat ligt eigenlijk nog vrij dicht bij de bedoeling van de goede spelling.
Toch wringt die ontleding een beetje. Want hier is duidelijk geen sprake van een naamwoordelijk gezegde (meer les is uren), maar eerder van een (weliswaar betekenisarm) werkwoord 'duren' met een (weliswaar bijna verplichte) bijwoordelijke bepaling 'uren.' Kan dat zomaar? Invulling van soortgelijke bepalingen levert vreemde resultaten: 'Meer les dagenlang,' 'Meer les een half uur.' Misschien niet helemaal onmogelijk, maar toch vreemd.
Wat ook nog vreemd is, is die nevenschikking met 'en betere begeleiding.' Als het eerste deel van de nevenschikking inderdaad de structuur zou hebben van een onderwerp met een bijwoordelijke bepaling, dan krijg je een scheve nevenschikking omdat het tweede deel uit een los zinsdeel bestaat ('betere begeleiding'). Tenzij je natuurlijk de bepaling 'in het middelbaar beroepsonderwijs,' die ongetwijfeld met bereik over de hele nevenschikking opgevat moet worden, beperkt tot dat tweede deel. Dan krijg je: er komen meer lessen die uren duren, en er komt betere begeleiding in het middelbaar beroepsonderwijs.
De taalprof hoopt natuurlijk dat onder welke interpretatie dan ook, die extra uren en betere begeleiding ten goede komen aan het grammaticaonderwijs. Maar die hoop duurt ook al jaren.
woensdag 16 februari 2011
dinsdag 8 februari 2011
Zomaar een doordeweekse dag
Het is een dag als alle andere. De taal evolueert: iemand verzint vandaag een nieuw woord dat het woordenboek gaat halen, en vandaag wordt ook de kiem gelegd voor een minieme klankverandering waar over een paar jaar de taalzuurpruim van 2015 zich aan zal ergeren.
Op verschillende plaatsen in het land begint er een grammaticales, en een taalwetenschapper breekt het hoofd over een taaluiting die niemand ooit opgemerkt heeft. Een columnist verzint een stukje waarin verschillende voorbeelden van taalverloedering in één zin zijn gepropt, wat een beproefd retorisch middel is om te zorgen dat je lezers niet nadenken, en een politicus speelt met de gedachte dat een spellingvereenvoudiging geld zou kunnen opleveren.
8 Februari 2011 is een dag als alle andere, waarop precies hetzelfde gebeurde als op 8 februari 2006. Met dit verschil: op 8 februari 2006 schreef de taalprof zijn eerste stukje op zijn weblog. Dat vandaag dus precies 5 jaar oud is.
Geen Jip en Jannekechampagne, geen slingers of feestelijke papieren punthoedjes. Geen fanmail, geen speeches van bewindslieden of hoogwaardigheidsbekleders. Geen polonaises in de straten, volksfeesten of nationale feestdagen. Want het is een dag als alle andere. Het zijn barre tijden.
Op verschillende plaatsen in het land begint er een grammaticales, en een taalwetenschapper breekt het hoofd over een taaluiting die niemand ooit opgemerkt heeft. Een columnist verzint een stukje waarin verschillende voorbeelden van taalverloedering in één zin zijn gepropt, wat een beproefd retorisch middel is om te zorgen dat je lezers niet nadenken, en een politicus speelt met de gedachte dat een spellingvereenvoudiging geld zou kunnen opleveren.
8 Februari 2011 is een dag als alle andere, waarop precies hetzelfde gebeurde als op 8 februari 2006. Met dit verschil: op 8 februari 2006 schreef de taalprof zijn eerste stukje op zijn weblog. Dat vandaag dus precies 5 jaar oud is.
Geen Jip en Jannekechampagne, geen slingers of feestelijke papieren punthoedjes. Geen fanmail, geen speeches van bewindslieden of hoogwaardigheidsbekleders. Geen polonaises in de straten, volksfeesten of nationale feestdagen. Want het is een dag als alle andere. Het zijn barre tijden.
zondag 30 januari 2011
De taalprof en het raadsel van de andere werelden
De taalprof op twitter, is dat wat? Ongeveer 500 mensen denken van wel. Maar tot nu toe twittert de taalprof alleen reclame als er weer eens een blogje verschenen is, en hij antwoordt zo nu en dan eens op een vraag. Beetje gezapig en passief eigenlijk. In het begin probeerde hij nog wel eens een #miniontleesles te geven, maar dat was het ook weer niet helemaal. Daarom nu maar eens een ander idee.
Vanaf vandaag begint de taalprof op twitter een spannend #tweuilleton getiteld De taalprof en het raadsel van de andere werelden. Elke dag zat er een tweet verschijnen van maximaal 140 tekens (nou ja, 125, omdat de hashtag #tweuilleton en het volgnummer erbij moet), waarin het verhaal zich langzaam zal ontrollen.
Wordt het een #twroman of een postmoderne literaire #twriller? Een #twodunnit of een #twrimi? Niemand die het weet. Zelfs de taalprof heeft nog geen idee waar het verhaal naartoe gaat, wie de bijfiguren zijn en of er überhaupt een plot is. Volg de taalprof in zijn adembenemende speurtocht naar de diepste geheimen van de taal. Huiver bij bloedstollende ontmoetingen met gemene negaties en moordlustige modalen. Droom weg bij de weidse vergezichten van de andere werelden.
Er komt géén verzameling van de voorafgaande tweets op het weblog. Géén gratis tweets bij elke 10 euro aan boodschappen. Alleen op twitter. Verzamel zelf alle voorgaande afleveringen en plak ze in een schriftje. Spaar ze allemaal!
Vanaf vandaag begint de taalprof op twitter een spannend #tweuilleton getiteld De taalprof en het raadsel van de andere werelden. Elke dag zat er een tweet verschijnen van maximaal 140 tekens (nou ja, 125, omdat de hashtag #tweuilleton en het volgnummer erbij moet), waarin het verhaal zich langzaam zal ontrollen.
Wordt het een #twroman of een postmoderne literaire #twriller? Een #twodunnit of een #twrimi? Niemand die het weet. Zelfs de taalprof heeft nog geen idee waar het verhaal naartoe gaat, wie de bijfiguren zijn en of er überhaupt een plot is. Volg de taalprof in zijn adembenemende speurtocht naar de diepste geheimen van de taal. Huiver bij bloedstollende ontmoetingen met gemene negaties en moordlustige modalen. Droom weg bij de weidse vergezichten van de andere werelden.
Er komt géén verzameling van de voorafgaande tweets op het weblog. Géén gratis tweets bij elke 10 euro aan boodschappen. Alleen op twitter. Verzamel zelf alle voorgaande afleveringen en plak ze in een schriftje. Spaar ze allemaal!
zaterdag 15 januari 2011
De man die niet van grammatica hield


Er was eens een man en die hield niet van grammatica. Ja, jongens en meisjes, dat kunnen jullie je niet zo goed voorstellen, maar zulke mensen bestaan en ze lopen zo maar vrij rond. Er zijn natuurlijk wel eens mensen die een hekel hebben aan een ontleedoefeningetje, of mensen die een bepaald soort grammaticalessen maar saai vinden, maar mensen die echt een hekel aan grammatica hebben, tja, die bestaan eigenlijk bijna niet. Bijna iedereen houdt wel van grammaticale grapjes, en de meeste mensen vinden het leuk om grammaticale variatie in hun taalgebruik aan te brengen. Je moet wel aan een totale verzuring van je lachspieren lijden, wil je daar geen plezier aan beleven.
Maar deze man hield dus helemaal niet van grammatica.
zaterdag 1 januari 2011
Ongeregeldheden bij bekendmaking Taalzuurpruim 2010
De bekendmaking van de Taalzuurpruim van het Jaar, volgens traditie in zaal "De Bierhoeve" in het op de grens van Nederland en België gelegen Arendonk, is vannacht uitgelopen op ongeregeldheden en chaos. Hoewel er protest is aangetekend, werd FOK!-forumpagina Originele Taal- en Spelfouten uitgeroepen tot winnaar (of verliezer, dat ligt er maar aan hoe je het bekijkt). Die mag dus het hele jaar voor de grootste Taalzuurpruim uitgemaakt worden.
donderdag 30 december 2010
Jan Smits geld is niet aan vriendschap besteed



Jan Smit zingt het zelf: "Wat een vriend aan mij kan geven is geld niet aan besteed." Taaltwitteraar Eric Tiggeler, luisterend naar de Top 2000 op Radio 2, merkte hierover op: "Lesje grammatica zou aan Jan wel besteed zijn." Dat is een opmerking volgens een beproefd schoolmeestersprocédé: verpak je taalkritiek in een snedige opmerking waarin je de verkeerd gebruikte constructie wel goed gebruikt.
Maar het is een beetje makkelijk gezegd. Want hoe zou zo'n lesje grammatica eruit moeten zien? Wat klopt er niet aan de tekst uit het liedje?
zondag 5 december 2010
Waar heb ik dat later ook al weer eens gehoord? (2)
In een Leuvens antiquariaat liep ik tegen een originele uitgave uit 1856 aan van het boekje Tael- en Letterkundige Aenmerkingen, van de Leuvense hoogleraar Jan Baptiste David. David, die een van de voormannen van de toenmalige Vlaamse Beweging was, voorziet hierin een aantal tekstfragmenten van taalkundig commentaar. Het gaat vooral om taalzuiverheid, en er worden heel wat spijkers op laag water gezocht, maar het begint interessant, met de volgende passage:
Dit geluid (minachting voor de eigen taal) klinkt bekend met betrekking tot het Nederlands, en ik weet wel dat het van alle tijden en talen is, maar het is altijd aardig om het eens uit de tweede hand te lezen, en dan nog wel over het Frans. Wie zei ook weer dat die Fransen, met hun eeuwenoude Académie Francaise, hun taal zo hoog achten?
Overigens had in 1856 de Franse Victor Hugo zijn roman Notre Dame de Paris al gepubliceerd, en Emile Zola zat vast al te broeden op zijn oeuvre. Dus met die Franse literatuur viel het nogal mee. Misschien juist omdat de moderne Franse romanciers de taal uit de tijd van Lodewijk XIV inderdaad een beetje minachtten.
"Het is eene algemeen erkende daedzaek dat de fransche litteratuer, verre van voortgang te maken, gedurig achteruit gaet, en haest niets meer voortbrengt dat met de menigte van meesterstukken uit de eeuw van Lodewyk XIV in vergelyking kan gesteld worden. De reden van dit verval zoekt de wyze en kundige Laurentie in de minachting welke de hedendaegsche Franschen hebben voor hunne tael en dier wetten, voor de regels van den goeden smaek, voor de modellen der oudheid, voor de overleveringen van vroegeren dag."
Dit geluid (minachting voor de eigen taal) klinkt bekend met betrekking tot het Nederlands, en ik weet wel dat het van alle tijden en talen is, maar het is altijd aardig om het eens uit de tweede hand te lezen, en dan nog wel over het Frans. Wie zei ook weer dat die Fransen, met hun eeuwenoude Académie Francaise, hun taal zo hoog achten?
Overigens had in 1856 de Franse Victor Hugo zijn roman Notre Dame de Paris al gepubliceerd, en Emile Zola zat vast al te broeden op zijn oeuvre. Dus met die Franse literatuur viel het nogal mee. Misschien juist omdat de moderne Franse romanciers de taal uit de tijd van Lodewijk XIV inderdaad een beetje minachtten.
dinsdag 30 november 2010
Hoe de taalprof steeds weer in verzoeking wordt geleid



Eens in de zoveel tijd duikt hij weer op: de wordt-verzocht-kwestie. Weliswaar gaat het niet meer over de vraag of De reizigers worden verzocht om over te stappen een correcte zin is (daar is iedereen het wel onderhand over eens, zelfs over de stelling dat het altijd een correcte zin is geweest), maar nu gaat het over de oorsprong van de controverse: hoe ontleed je wij verzoeken de reizigers om over te stappen? Wat is de reizigers voor een zinsdeel, en hoe benoem je om over te stappen? Dat is nog niet zo eenvoudig.
zondag 21 november 2010
Taalprof lekt powerpointpresentatie
Afgelopen zaterdag was de Taalprof op het congres "Het Schoolvak Nederlands," waar hij onder andere aanwezig was bij een presentatie over grammaticale concepten. De boodschap was dat het grammaticaonderwijs zich meer zou moeten richten op de concepten die ten grondslag liggen aan grammaticale termen zoals persoonsvorm en naamwoordelijk gezegde. Interessant verhaal, en volstrekt overtuigend ook nog.
Na afloop wist de taalprof in een onbewaakt ogenblik de hand te leggen op de powerpointpresentatie, die de auteur in een onvoorzichtige bui op het bureaublad van de daar aanwezige laptop had gekopieerd. Zeg nou zelf, dan vraag je erom. Dit is het bestand. En dan deelde de auteur ook nog eens handouts uit. Dat doe je tegenwoordig toch ook niet meer? Hup, op het internet ermee!
Na afloop wist de taalprof in een onbewaakt ogenblik de hand te leggen op de powerpointpresentatie, die de auteur in een onvoorzichtige bui op het bureaublad van de daar aanwezige laptop had gekopieerd. Zeg nou zelf, dan vraag je erom. Dit is het bestand. En dan deelde de auteur ook nog eens handouts uit. Dat doe je tegenwoordig toch ook niet meer? Hup, op het internet ermee!
zondag 14 november 2010
De taalprof spreekt absoluut niemand te na




Gisteren legde een lezer de taalprof een volledige ontleding voor van de prijswinnende zin van Tom Lanoye die op dit weblog al eens -en nog eens- gepersifleerd is. Verrassend weinig discussiepunten (al kan het nooit helemaal zonder), maar er zit ook een probleempje in waar wat meer over te zeggen valt. Het gaat over het gedeelte 'de sporadisch gekneusde knie niet te na gesproken ...' dat door de lezer als een beknopte bijzin beschouwd werd, met de sporadisch gekneusde knie als lijdend voorwerp van (niet) te na gesproken. Dat lijkt me niet juist, maar het is nog niet zo eenvoudig om dat aan te tonen.
Abonneren op:
Posts (Atom)