Posts tonen met het label Onbepaald. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Onbepaald. Alle posts tonen

zondag 13 maart 2011

Alles over het telwoord



In mijn serie Alles over... ditmaal Alles over het telwoord. Het telwoord? Wat valt dáár nou nog over te zeggen, dat is toch wel de eenvoudigste woordsoort die er bestaat! Lekker strakke indeling (hoofdtelwoord en rangtelwoord, bepaald en onbepaald), eenvoudige betekenis (het gaat om tellen). Nee, makkelijker kan ik het nauwelijks maken. Wel leuker.

maandag 18 september 2006

Een specifiek geval



In de kennisbijlage van de Volkskrant van zaterdag 16 september 2006 staat een artikel over kindertaalverwerving. Kinderen, zo staat er in de kop "struikelen [langdurig] over lastige zinsconstructies". En: "Tot twaalf jaar kan Ernie nog best hemzelf wassen". Wie dit snapt mag het zeggen, maar het zal wel bedoeld zijn om de lezer te prikkelen.


Komen wij te weten wat er precies aan de hand is? Ik denk het niet. De journaliste moet zich in allerlei krampachtige bochten wringen om een beetje grammaticale terminologie te vermijden, wat maar weer eens aantoont dat je geen behoorlijk gesprek over taal kunt voeren als je de woorden en begrippen niet kent.


Hoe zit het dan met die kinderen?


donderdag 14 september 2006

Onbepaald maakt onbemind?



Wie houdt er eigenlijk van het onbepaald voornaamwoord? Persoonlijke voornaamwoorden, ja, die staan in het brandpunt van de aandacht. Hun voorop natuurlijk (Hun hebben) of u (is het u hebt of u heeft?), en niet te vergeten hij of zij. Maar ook de aanwijzende voornaamwoorden(die in die huis) mogen zich in een voortdurende aandacht verheugen. Vragende voornaamwoorden, die zijn altijd leuk, en zelfs het betrekkelijk voornaamwoord (het huis die) wordt scherp in de gaten gehouden. Maar denkt er wel eens iemand
aan het onbepaalde voornaamwoord?

zondag 10 september 2006

Bepaald en onbepaald



"Ben je weer een beetje gekalmeerd na die uitbarsting van gisteren?"
"Ja, ik ben het al weer bijna vergeten."
"Ik zal het nooit meer over spelling hebben."
"Fijn!"
"Maar jij was bezig met een log over bepaald en onbepaald, zei je."
"Ja."
"Vertel eens, wat was dat?"
"Heb je even?"

"Ja nee, even dan. Maak het nou niet zo moeilijk. Dat is toch heel makkelijk, bepaald en onbepaald?"
"O ja?"
"Ja. Bepaald zijn de en het, en alleen ‘n is onbepaald."
"Jij hebt het alleen over lidwoorden."
"Ja, hoezo?"
"Maar bepaald en onbepaald, dat komt op veel meer plaatsen terug."
"O?"
"Bijvoorbeeld bij onbepaalde voornaamwoorden."
"Maar je hebt toch geen bepaalde voornaamwoorden?"
"Kijk, zie je. Daarom moet ik het uitleggen."
"Jaja. Maar kun je niet gewoon zeggen: die onbepaalde voornaamwoorden, dat zijn net onbepaalde lidwoorden?"
"Ja, dat kan wel, maar dat is wel een heel kromme redenering. Dat snapt niemand."
"Hmm."
"En dan heb je ook nog het verschil met specifiek en nonspecifiek."
"Hehe, daar ga je weer! Ik zei toch: maak het niet zo moeilijk! Waarom kun je je niet gewoon beperken tot bepaald en onbepaald?"
"Ik denk dat je het pas echt snapt als je het verschil begrijpt."
"Waarom?"
"Nou, die lidwoorden, dat is misschien te gemakkelijk."
"Hoe kan iets nou te gemakkelijk zijn? Je probeert het toch allemaal zo gemakkelijk mogelijk te maken?"
"Ja dat is wel zo, maar ik kan jou wel leren dat je twee woordjes bepaald lidwoord moet noemen en één onbepaald lidwoord, maar wat weet je dan?"
"Dat het zo is!"
"Maar jij snapt niet waarom het zo is."
"Nou goed dan. Kun je het in vijf minuten uitleggen?"
"Ik denk het wel."
"Wacht, dan druk ik nu mijn stopwatch in."
"Okee. Wat betekent volgens jou het woord bepaald?"
"Bepaald? Ehh, ja, ja, bepaald, dat betekent gewoon dat het bepaald is. Dat is toch duidelijk?"
"Kun je er een ander woord voor bedenken?"
"Ehh, nee, niet zo een-twee-drie. Zeg maar, want dit gaat allemaal van je tijd af."
"Als je zegt: wij hebben dit of dat bepaald, kun je dat anders zeggen?"
"Ehh, ja: wij hebben dit of dat besloten, of vastgesteld."
"Precies! Bepalen betekent dat je hebt vastgesteld, alleen of met anderen, wat iets is, of wat iets wordt."
"Okee."
"Goed. Dat is eigenlijk ook wat die grammaticale term bepaald betekent."
"Eh, leg eens uit."
"Gebruik je een woord als de bij een zelfstandig naamwoord, bijvoorbeeld de tafel, dan geef je aan dat je veronderstelt dat jij en je gesprekspartner weten over welke tafel het gaat."
"Aha."
"Het kan over een exemplaar gaan, of over "de tafel" in het algemeen, maar jullie weten wat er bedoeld wordt."
"Goed."
"Gebruik je nu een onbepaald lidwoord, een tafel, of geen lidwoord (tafels of twee tafels), dan geef je juist aan dat er nog niet vastgesteld is (nog niet bepaald was) over welke tafel of tafels het gaat. Je introduceert als het ware een bepaalde tafel, of tafels, in het gesprek."
"Ja, ik snap het. Dat is toch wel interessant. Maar wat was dat dan met dat speci-dinges? Specifiek?"
"Kun je het verschil bedenken tussen de zinnen Er zijn twee auto’s gestolen en Twee auto’s zijn gestolen?"
"Eh, ja, in het tweede geval weet je om welke twee auto’s het gaat."
"Inderdaad! Het is allebei onbepaald, want er staat geen bepalend woord bij, maar het eerste is nonspecifiek en het tweede is specifiek."
"Maar wat is dan het verschil met bepaald en onbepaald?"
"Als je tegen iemand zegt Twee auto’s zijn gestolen, dan geef je daarmee aan dat jijzelf weet om welke twee auto’s het gaat, en als je zegt De twee auto’s zijn gestolen, dan veronderstel je blijkbaar dat jullie allebei weten welke twee auto’s gestolen zijn."
"Okee, dat snap ik!"
"Specifiek en nonspecifiek gaat dus alleen om wat je zelf weet, en bepaald en onbepaald gaat over wat jullie allebei weten. Beide termen zeggen iets over identificatie."
"Jaja. Hm. Toch wel ingewikkeld hoor, maar ik geloof dat ik het begrijp."
"Hoe lang was dat nou?"
"Ehh, vier minuut drieëntwintig."
"Kijk, nog een halve minuut over. Wat zal ik daar nog eens in uitleggen?"
"Nee, hou maar op. Dit is wel even genoeg."