zaterdag 9 februari 2013

Je gaat het pas zien als je het doorhebt

Terwijl de taalkundigen van Nederland zich verliezen in het traditionele bacchanaal aan het einde van het Taalgala, buigt de taalprof zich op zijn schemerachtige zolderkamertje maar weer eens over een taalvraag. De vraag plopte op 6 februari al op als een #dtv op Twitter, maar de discussie liep een tijdje door. De oorspronkelijke vraag kwam van @iAnk, en luidde: "De actieve vorm van horen is luisteren. Is zien de actieve vorm van kijken, of is kijken de actieve vorm van zien?"
Hoewel de meeste mensen kijken als actiever beschouwden dan zien (met een interessante centrale rol voor een decolleté) was er ook twijfel. @Onzetaal probeerde het pleit te beslechten door te stellen dat kijken en luisteren "intenser, bewuster" waren, maar dat vergrootte de onzekerheid. Want je kunt best ergens naar kijken zonder het te zien (werd er beweerd), en je kunt ook naar iets luisteren zonder het te horen.
Wat is hier nu weer aan de hand?

zaterdag 26 januari 2013

Verwarring rond voorzetseluitdrukkingen

Deze week ontstond er enige ophef naar aanleiding van een artikel in het satirische webmagazine De Speld, waarin werd bericht dat de Vereniging ten behoeve van voorzetseluitdrukkingen voortaan geen tweets meer zou publiceren vanwege het beperkte aantal karakters, waarbinnen het onmogelijk zou zijn om de voorzetseluitdrukking goed tot zijn recht te laten komen.

De voorzitter van de vereniging, jonkheer Van Aever tot Ghordt, is furieus: "Het kan wel zijn dat het allemaal satire is, maar hier wordt gewoon een stukje cultuurgoed belachelijk gemaakt, om nog maar te zwijgen van onze vereniging, die bestaat uit hardwerkende leden waarvan er sommigen de watersnoodramp van '53 nog van horen zeggen hebben meegemaakt, dus we hebben het hier wel over mensen die onze taal mee hebben opgebouwd!"

woensdag 23 januari 2013

Mijn irritatie

Mooie poster van loesje.nl: Mijn: bezitterig voornaamwoord. Trouwe volgers van de taalprof zullen de woordvorming herkennen: eerder schreef de taalprof over oplezerig en wederkerigHier gaat het ook om een woord dat niet in het woordenboek staat, maar de betekenis is weer volstrekt regelmatig: van bezitten een gewoonte gemaakt hebben en dat tot vervelens toe (of op het irritante af).

Het leuke van de poster is denk ik vooral dat het woord mijn hier op de hak wordt genomen. Dit woord wordt in allerlei webdiensten gebruikt: Mijn documenten, Mijn KPN, Mijn Vitens, Mijn Bankzaken, alles is tegenwoordig Mijn, om maar te benadrukken dat de dienst volledig onder je eigen controle staat. Herhaling, op het irritante af. Prachtig uitgedrukt in de term bezitterig voornaamwoord. 

De grap drijft natuurlijk ook een beetje op de vervreemding die ontstaat vanwege de vaste combinatie bezittelijk voornaamwoord. Maar wat is bezittelijk eigenlijk voor een woord? Gaat het hier om een afleiding van het werkwoord bezitten of van het zelfstandig naamwoord bezit?

zaterdag 12 januari 2013

Over Paulien Cornelisse dan maar

Vandaag twittert @Taalpost Paulien Cornelisse over 'dan maar' ow.ly/gK9zj. De link verwijst naar haar meest recente column, over de toevoeging dan maar aan diverse uitingen, zoals De beste wensen dan maar. 

Mooie column, leuke observaties, en een rake typering van wezenlijke betekenisverschillen. Over De beste wensen dan maar bijvoorbeeld: "Dat ‘dan maar’ is waarschijnlijk bedoeld om te laten merken dat we hier te maken hebben met een uitgekauwd cliché, dat helaas toch gebruikt moet worden." De spijker op zijn kop, zou ik zeggen, en gearticuleerd zoals alleen goede schrijvers dat kunnen. Maar wat staat daar nou taalkundig?

vrijdag 4 januari 2013

Nog een rondje


Ik weet niet zeker of ik het nou een taalkundige grap vind, maar ik kan het er wel van maken. Het is een mopje dat al sinds onheuglijke tijden in mijn schoonfamilie verteld wordt, dus ik verzin niets zelf: Een grote stoere kater gaat elke avond van huis en blijft dan uren weg. Zijn kleine zoontje vraagt hem: "Pap, waar ga je toch elke keer naar toe?" "Neuken!" is het barse antwoord. "Mag ik mee, mag ik mee, mag ik mee?" Maar de kater weigert: "Nee, jongen, daar ben jij veel te jong voor." Maar de kleine blijft elke avond maar zeuren of hij mee mag, dus uiteindelijk geeft de vader toe: "Nou vooruit, kom dan maar mee." En ze vertrekken, naar een donker steegje achter de kerk. Daar aangekomen zet de vader het plotseling op een rennen, en het kleintje dribbelt er opgewonden achteraan. De kater rent of zijn leven ervan afhangt, helemaal rond de kerk, en zijn zoontje met moeite achter hem aan. En dat herhaalt zich een paar keer: de kater blijft maar rennen, in de hoop dat zijn zoontje er genoeg van krijgt. En ja hoor: na het vierde rondje komt het kleine katertje buiten adem achterop en hijgt: "Nou pap, ik neuk nog één rondje mee, maar dan ga ik naar huis hoor!"

Als je vindt dat taalkundigen met hun tengels van grappen af moeten blijven, dan moet je nu niet verder lezen.

donderdag 3 januari 2013

Grammaticaal CSI


Gekke zin in de Volkskrant van vandaag. Op pagina V23, in de rubriek Waar heeft de wereld het over? wordt een trending topic uit de twitterwereld aangehaald rond de soulzanger Bobby Womack, die aan de ziekte van Alzheimer lijdt. De laatste zin uit dat stukje: Hij zegt het frustrerend te vinden dat hij zelfgeschreven nummers, zich niet meer kan herinneren. Twee dingen vallen op aan deze zin: het woordje zich staat op een gekke plaats, en wat doet die komma daar achter nummers?

woensdag 26 december 2012

Herman Finkers en ik


"Heb je laatst dat interview met Herman Finkers gelezen? Hilarisch!"
"Ik weet niet, waar was dat dan?"
"Ach je weet wel, jij hebt toch ook een KPN-abonnement?"
"KPN-abonnement?"
"Ja daar hoort zo'n blaadje bij, een soort magazine-achtige nieuwsbrief"
"Jaja. En daar stond een interview met Herman Finkers in."
"Ja man, hilarisch!"
"Hilarisch"
"Nou ja, alleen de titel dan."
"Hoe luidde die dan?"
"Die ging zo: Als ik mezelf op televisie zie, denk ik: dat kan ik ook."
"O, haha."
"Is het niet hilarisch? Dáár zou de taalkunde eens over moeten gaan."
"Maar daar gáát de taalkunde ook over!"
"Wat? Ga weg!"
"Nou ja, zo'n 30 jaar geleden dan."
"Wat? Bizar!"

[Spoiler alert! Niet lezen als je vindt dat je grappen niet moet kapotanalyseren!]

dinsdag 11 december 2012

Hoed u voor namaak!

Ik heb me herhaaldelijk voorgenomen om nooit iets over spelling te schrijven, maar er zijn grenzen aan wat een mens onbeschreven kan laten. Ik moet het toch even hebben over een eigenaardigheid die ik tegenkwam in de officiële woordenlijst. Op zoek naar de juiste spelling van het woord kerstversiering (met of zonder hoofdletter) viel mijn oog op de spelling van het woord Kerstman. Of kerstman, want daar is iets eigenaardigs mee aan de hand.

zaterdag 17 november 2012

Kennis is zilver

Gisteren was de taalprof op de conferentie Het Schoolvak Nederlands, inmiddels omgedoopt tot een nieuwe naam waarvan alleen het slangachtige beeldmerk in het midden zich nog in zijn geheugen heeft vastgezet. Daar hield hij een spectaculaire lezing (althans wat de belangstelling betrof), na afloop waarvan hij aangesproken werd door een aantal jonge Vlaamse onderzoeksters, die kritiek hadden op de formulering van de nieuwe Vlaamse eindtermen voor het grammaticaonderwijs. Daar werd namelijk nadenken over taal centraal gesteld. Dat was niet goed.

vrijdag 26 oktober 2012

Te leuk om te laten liggen



Vandaag zag de taalprof op Facebook (ja daar zit hij ook al) een advertentie van de firma Samsung, waarin een robotstofzuiger werd aangeprezen. De tekst eindigde met de -ongetwijfeld ironisch bedoelde- zin Of vind je stofzuigen veel te leuk om zelf te doen? En toen moest de taalprof ineens heel erg hoesten.

De bedoeling van het zinnetje is duidelijk: stofzuigen vind je eigenlijk niet zo leuk dat je het zelf wilt doen. Maar staat dat er wel? Immers, de zin had ook kunnen luiden Of vind je stofzuigen veel te leuk om het aan een robot over te laten? Dan was de bedoeling hetzelfde geweest, maar zelf doen en aan een robot overlaten is precies elkaars tegengestelde. Hoe kan dat?