woensdag 23 juni 2010

Voor de grammaticahaters

Je moet je tegenwoordig verontschuldigen als je iets van grammatica wilt weten. Je ziet het al in de links die mensen op hun eigen websites naar de site van de taalprof plaatsen. Daar staat heel vaak een waarschuwing bij, in de trant van: "Voor de liefhebber!" of "Voor de echte taalfreak!" Alsof er staat: "Klikken op eigen risico, kom straks niet bij me aan met de opmerking Wat heb je me nou weer voor ingewikkelds aangeraden?" Ik geloof graag dat mensen met de beste bedoelingen verwijzen naar de taalprof, maar vanwaar toch dat angsthazerige?

Gisteren nog plaatste een lezer een milde vorm van sluikreclame door erop te wijzen dat er op zijn site al tijden naar de taalprof verwezen werd. De taalprof wist dat natuurlijk wel, maar hij keek het toch even na. Wat stond daar ineens bij? … voor diehards!

Zo te zien later erbij gezet, want het stond in een ander lettertype, dus dat is al helemaal raadselachtig. Maar de term diehards is eigenlijk ook al verwonderlijk. Er zal wel niet de betekenis "uiterst rechtse conservatief" mee bedoeld worden, want die geldt speciaal in Engeland. En ook "onverzettelijk, taai iem. die tot het einde toe volhoudt" is misschien niet helemaal de bedoeling. De schrijver zal iets op het oog hebben gehad als "uiterst fanatieke aanhanger van een ander systeem," want daar staat in Van Dale tenminste het synoniem "fanatiekeling" bij.

Het pijnlijke is dat dit woord een afstand schept met de leefwereld van de auteur. Wie iemand anders een diehard noemt, is niet diens opvattingen toegedaan. Hoe welwillend het plaatsen van de link ook is (en hoezeer ook in dank aanvaard), de tekst zegt toch een beetje: "Ik zou er persoonlijk met een grote boog omheen surfen, maar als jij een hardcore nerd bent dan zul je dit ook wel wat vinden."

Dat is jammer, want het is juist de missie van de taalprof om de mensen te bereiken die nog niet overtuigd zijn van de aardigheid van de grammatica. De liefhebbers zijn natuurlijk van harte welkom, maar het zijn juist de niet-liefhebbers wie de ogen geopend moeten worden. De taalprof zou dus liever zien dat er naar zijn site verwezen werd met de toevoeging: Voor de grammaticahaters.

donderdag 17 juni 2010

Voor de taalfreak



Op de website van de digitale school staat een pagina met uitleg over taalkundige ontleding. Nou ja, uitleg, het betreft toch weer vooral ezelsbruggetjes, vuistregels en voorbeelden, maar in zijn soort een uitgebreide pagina. Daarom is het zo sneu om er toch kritiek op te leveren. Maar ja, bekritiseren doe je alleen dingen die je serieus neemt, denk ik dan maar. En daarbij komt: de taalprof bekritiseert alleen de passage waar boven staat: Voor de taalfreak. Want een taalfreak, ja dat is de taalprof wel.

woensdag 16 juni 2010

Hoe interessant het ook is



De taalprof kijkt af en toe (niet vaak genoeg) ook wel eens op het forum van de digitale school. Dat is een vrij matig bezocht forum bestemd voor docenten Nederlands. Niet zo heel veel postings (tien, twintig per maand), maar je kunt wel zien hoe vaak ze bekeken worden. De meeste een paar honderd keer, maar de afgelopen maand springen er twee uit: de ene met het onderwerp naamwoordelijk gezegde, en de ander met 'dit huis is van mij' ontleed deze zin, allebei ongeveer 10.000 keer bekeken. Blijkbaar zijn heel veel mensen daarin geïnteresseerd.

woensdag 9 juni 2010

Taalkundige tik tegen kniepees




Van twitteren word je een beetje kortaf. Dat lijkt dan al snel onvriendelijk. Vanmorgen leek de taalprof uit zijn slof te schieten bij een onschuldige tweet van het taalcentrumVU: "Dit zijn de laatste verkiezingen dat u OP iemand gaat stemmen. Bij de volgende verkiezingen zal iedereen VOOR iemand stemmen." Met dan nog eens een hashtag #invloedengels erachteraan.


Onschuldig taalvermaak, maar de taalprof twitterde meteen uit: "Zoek het toch eens op!" Vanwaar deze irritatie?

zondag 6 juni 2010

E = MC2



In de Volkskrant van zaterdag staat een artikel getiteld "Twitteren voor de wetenschap." Daarin wordt het probleem besproken dat computers niet kunnen lezen. Dat wil zeggen, ze kunnen geen chocola maken van wetenschappelijke artikelen. Goed zo, zou je zeggen, maar nee. De Leidse bio-informaticus Barend Mons heeft de oplossing: nanopublicaties.

vrijdag 4 juni 2010

Geen haat aan de grammatica



Sinds de taalprof ook wel eens twittert, ziet hij regelmatig tweets voorbijkomen die beginnen met Haat aan: haat aan school, haat aan stage verslag, haat aan de NS, haat aan kappers, tot aan haat aan me leven. Gelukkig nog geen haat aan grammatica of haat aan ontleden, maar wel nog dikke haat aan nederlands (en duits). En meer uitgebreid komt het ook voor in ik heb haat aan (knappe mensen, me beugel, mevrouw de vries, etc), en in ik krijg echt een haat aan sommige mensen.


Eerlijk gezegd dacht de taalprof dat dit een nieuwe uitdrukking was, want hij had dat zo nog nooit gehoord. Wel een hekel hebben aan iemand, of een verzengende haat jegens (of tegen) iemand, maar haat hebben aan iemand, dat was de taalprof onbekend. Maar wat blijkt? Het is al heel oud.

zondag 30 mei 2010

Horror Grammaticae



Er bestaat een redeloze angst in de samenleving voor een beetje grammatica. Gisteren trok zelfs de ontwerper van een grammaticamethode de conclusie dat hij de term bepaling van gesteldheid maar beter uit zijn methode weg kon laten, alleen omdat hij te veel discussie zou kunnen opleveren. Vanwaar die angsthazerij? Zijn wij een land van grammaticale watjes geworden?


Vandaag las de taalprof een ingezonden brief in de Volkskrant. Wie abonnee is op de digitale editie kan hem hier nalezen. Ook uit deze brief blijkt duidelijk de angst voor de grammatica: de horror grammaticae.

zaterdag 29 mei 2010

Citaat raden

Af en toe loopt de taalprof tegen een citaat aan dat hij opmerkelijk vindt. Wat denk je van deze passage:  

Uit het maandblad van het Genootschap Onze Taal: "Ik ben wat zwak geworden in mijn grammatica", schreef een lid ons eens; "als ik nog eens examen zou moeten doen, zou ik vast een 2 krijgen." Deze woorden schoten ons te binnen, toen wij lazen hoe een pedagoog oordeelt over het nut van de grammatica. Simpele wijsgerige scholing leert dat grammatica [maar] een bedenksel is [dat] volkomen overbodig is voor het volledig leren en beheersen van een taal. [...] De cultus [van de] grammatica is schrikbarend steriel. Wie het niet gelooft [moet maar eens] een eenvoudig zinnetje [...]  ter ontleding [voorleggen] aan ex-gymnasiasten of aan erkend goede stilisten. Behalve schoolmeesters kan niemand dat...

Met andere woorden: grammatica dient nergens toe en niemand (behalve schoolmeesters) kan een eenvoudig zinnetje ontleden. Quizvraag: uit welke tijd komt dit citaat, en waar staat het? Tip: Google kent het citaat nog niet (en ik heb er een beetje aan geknutseld), dus je moet raden. En dan de vraag: klopt het wat er in het citaat staat?


dinsdag 25 mei 2010

Bij twitter is zorgvuldigheid geen ruimte voor



Zo af en toe twittert de taalprof ook wel eens, maar dat valt nog niet mee. Dan zie je iets leuks, of iemand vraagt iets interessants, en dan moet je daar in 140 tekens op reageren. Hoe doe je dat? Als iemand iets over een zin vraagt, moet je die zin dan helemaal herhalen? Dan ben je al een groot deel van je tekens kwijt. Want je kunt niet rechtstreeks verwijzen naar de vraag, of wel? Ik houd me aanbevolen voor tips.


In ieder geval: iemand vraagt mij wat ik maak van de zin Zonder twitter was het debat helemaal geen bal aan. Interessante vraag! Maar het antwoord kost me meer ruimte.

maandag 24 mei 2010

woorden en woordgroepen tellen



Hoeveel woorden bevat de zin Daar kijk ik van op? Dat is nog niet zo eenvoudig. Je zou kunnen zeggen vijf, want er staan vier spaties in de zin. Maar er zijn ook misschien mensen die daarvan eigenlijk één woord vinden, ondanks het feit dat er twee woorden tussenin staan. Wat zouden die mensen antwoorden? Vier? Of zes (alle oorspronkelijke, én daarvan)? En je zou ook nog kunnen zeggen dat kijk op eigenlijk een omzetting is van het woord opkijk. Dat woord staat in de bijzin altijd als één woord gespeld (waar ik allemaal van opkijk). Nou staan de delen in kijk op wel in een andere volgorde dan in opkijk, maar is dat nodig om een woord te zijn? Dat de delen in de goede volgorde staan?

Kortom: het antwoord op de vraag kan zijn drie, vier, vijf, zes of zelfs zeven. En dan heb ik het nog niet eens over mensen die vanop aan elkaar spellen. Het aantal woorden in een zin is dus moeilijk te tellen. En het aantal woordgroepen is nog een graadje ingewikkelder.