donderdag 11 februari 2010

Zie de tijd vliegen buiten de olympiade

Het ging weer voorbij voordat ik er erg in had, maar op 8 februari 2010 bestond dit weblog precies 4 jaar. Het aantal pageviews is gestegen tot 530.429, en het aantal logs staat op 333. Meer dan 2500 vragen met ongeveer even zo veel antwoorden. Je zou zeggen dat zowat alles al eens gezegd is, maar de grammatica is blijkbaar rijk genoeg om na de olympiade ook nog eens voor het lustrum te gaan.


Blogjaren moet je zoals bekend met 13 vermenigvuldigen, dus de pensioengerechtigde leeftijd nadert. Dit jaar wordt de taalprof 52.


Het gaat weer eens ergens over



Ik word hier toch wel een beetje blij van. Zo'n discussie als die van de afgelopen dagen naar aanleiding van hun hebben, de gastcolumn van Plasterk in nrc.next en de uitzending van DWDD genereert telkens een heleboel van hetzelfde: hun als onderwerp is vreselijk of het is prima, en de pejoratieven voor Helen de Hoop en Ronald Plasterk buitelden ook in een af en toe onfrisse opeenvolging over elkaar heen. Zelfs de kritiek van de taalprof werd in de links omschreven als "Taalprof hakt op Plasterk in," of soortgelijke bewoordingen.


Maar uiteindelijk komt het toch nog allemaal goed.

dinsdag 9 februari 2010

Plasterk is een grammabeet




Er zijn heel veel mensen die heel weinig kennis hebben van grammatica. Daarmee bedoel ik niet dat ze incorrect spreken of schrijven (dat valt dan wel weer mee), maar dat ze met een schaamteloze onbekommerdheid de grootst mogelijke onzin beweren over de grammatica van het Nederlands. Als ze daarbij een grammaticale term gebruiken is de kans groot dat die verkeerd gebruikt is, of dat overduidelijk blijkt dat ze geen idee hebben waar hij over gaat.


Nu is het nota bene de minister van onderwijs die blunder op blunder stapelt.

woensdag 13 januari 2010

Taalprof snapt er nog minder van




Eigenlijk moet je altijd alles nakijken. Maar soms is het wel lastig. In de berichtgeving over het oude woord ontvrienden werd het Woordenboek der Nederlandse Taal geciteerd, dat twee betekenissen gaf, met twee citaten geïllustreerd. De taalprof neemt dat allemaal klakkeloos over in zijn analyse eerder vandaag, maar er bleef toch iets in zijn achterhoofd knagen.


Nu weet hij het: het citaat klopt niet.

Taalprof snapt ook niet alles




Kleine mediahype afgelopen dagen over het woord ontvrienden. Volgens de taaladviesdienst van Onze Taal, zich baserend op een discussie op de internetgroep De Navorsers, een zeventiende-eeuws woord. Staat al in het WNT, met citaten uit de zeventiende eeuw, vandaar.


Dat het woord ook al in het woordenboek van Kiliaan staat (1599) is misschien een flauwe opmerking, maar in het artikeltje gisteravond in de NRC maakt Wouter van Wingerden (van de taaladviesdienst) een grammaticale opmerking. Die is voor de taalprof wel interessant.

zondag 10 januari 2010

De laatste plaatsen

Er zijn nog plaatsen vrij in de nascholingscursus Grammaticaal Denken met de Taalprof, die in de zijkolom geadverteerd wordt. Dus ben je docent in het voortgezet onderwijs, en ben je het nieuwe jaar begonnen met het vaste voornemen om nu eindelijk eens je lessen grammatica op een hoger plan te brengen, stap dan snel naar je schooldirectie en doe een claim op het nascholingsbudget. Inschrijvingen worden in volgorde afgewerkt, dus de eerste inschrijvers krijgen voorrang.


De Taalprof wil wel eens iets weten

Na de succesvolle verkiezing van de Taalzuurpruim 2009, en eerdere inventarisaties van wat de lezers het moeilijkste of makkelijkste zinsdeel vinden, wil de taalprof nu wel eens weten wat er tegenwoordig op de scholen (nog) aan zinsontleding wordt gedaan.


Meer specifiek gaat het mij nu om een inventarisatie van de huidige toestand (dus niet invullen wat je vroeger allemaal deed), in het huidige voortgezet onderwijs (dus niet de basisschool, de pabo of de universiteit invullen, ook als dat minder is).


Om het enigszins beheersbaar te houden heb ik een beperkt aantal categorieën gemaakt. Kies de categorie die het dichtst ligt bij wat jij op school doet. Kies bij twijfel de categorie net boven wat je werkelijk doet. Licht het eventueel toe in de reacties op dit logje.


Grammaticale Puzzel week 2

Geen heel erg duidelijke voorkeur bij de eerste Grammaticale Puzzel van 2010: maar 85 stemmen, waarvan nog niet de helft (39) voor de tweede optie, Wij zaten als portier op een zelfgemaakt krukje. De andere helft werd verdeeld over de zin met als versteend (25) en die met als portiers (21). Ook geen duidelijke trend in de motivatie (maar weinig stemmers hadden de behoefte om daarover te speculeren): een lezer zocht het in de "letterlijke betekenis" van als portier (waarbij "de betreffende personen daadwerkelijk portier zijn"), een ander probeerde een motivatie in de verplaatsbaarheid te vinden, en een derde merkte eenvoudigweg op dat portier(s) een zelfstandig naamwoord was en versteend niet.


Allemaal prima natuurlijk, maar ik zou eigenlijk wel eens een discussie willen zien tussen die stemmers die het blijkbaar toch niet zo met elkaar eens zijn. Want het is wel een interessante kwestie. De tegenstelling tussen zin 2 en 3 is de klassieke tegenstelling tussen bepaling van gesteldheid en bijwoordelijke bepaling van vergelijking: bij als portier is er alleen maar een predicatief verband (wij zijn inderdaad "daadwerkelijk portier," of portier geweest), en bij als portiers heb je in elk geval de vergelijkende lezing "alsof we portiers waren," ook al zou ik me kunnen voorstellen dat je daar ook een uitsluitend predicatieve lezing hebt ("toen we portiers waren"). En wat is het bij als versteend? Ik zou zeggen, hoofdzakelijk alleen maar vergelijking.


Het nadenken moet beginnen bij de constatering dat eigenlijk alledrie de gevallen wel iets predicatiefs hebben. In alledrie de zinnen wordt gezegd dat wij portier zijn, of versteend zijn, of althans dat het net is alsof wij portier zijn of versteend zijn. Het is dat extra vergelijkende karakter dat de ontleding als bijwoordelijke bepaling motiveert. Maar de voorbeelden tonen aan hoe dicht die bij een bepaling van gesteldheid ligt.


De opgave voor deze week. Misschien mag ik er nog een keer aan toevoegen dat er geen foute antwoorden zijn, en dat de opgave pas interessant wordt bij een discussie. Zonder discussie is elk antwoord goed, en kan ik alleen maar speculeren over de redenen voor de stemmenverdeling. Dus graag motivatie!

















Welke zin hoort in het volgende rijtje niet thuis?
Ik mag daar niet in.
Ik stap daar niet in.
Ik trap daar niet in.
 
pollcode.com free polls



zaterdag 9 januari 2010

Splintergroepering Strijdt tegen Spaties




Je kon er een beetje op wachten: na de oprichting van het Platform Signalering Onjuist Spatiegebruik (onlangs nog vrij kansloos maar toch verdienstelijk laatste in de verkiezing Taalzuurpruim 2009) en de publicatie in juni 2009 van een geruchtmakend artikel over spatieterrorisme in het webmagazine De Speld, is de eerste radicale afsplitsing een feit. De splintergroepering noemt zich het Platform Signalering Onnodig Spatiegebruik, wat volgens directeur Wit enerzijds bij afkorting wel tot verwarring aanleiding kan geven, maar anderzijds ook de mogelijkheid biedt om mee te liften op het succes van het moederplatform.

zondag 3 januari 2010

Taalprof schaamt zich nergens voor

Het valt misschien niemand op, maar op het taalprofweblog heeft nog nooit reclame gestaan. Dat komt omdat de taalprof de moeite heeft genomen om een betaald weblogabonnement te nemen, alles om zijn lezers niet onnodig te irriteren met een hinderlijke reclamebalk bovenaan het scherm.


Maar zekerheden zijn er om ter discussie te stellen, dus vanaf vandaag toch een reclameboodschap in de rechterbovenhoek. Het is voor een goed doel (het nascholen van grammaticadocenten), dat ook nog eens aansluit bij de missie van het taalprofweblog, dus dat kan de taalprof nog wel aan zijn geweten verantwoorden. En de inschrijving sluit eind januari, dus het is voor een beperkte duur.


De nascholingscursus wordt gegeven door een vakdidacticus van de Radboud universiteit, maar het staat vast dat de taalprof zelf hierin als gastdocent zal optreden. Dat garandeert dus een gouden combinatie van vakdidactische en taalkundige kwaliteit. Dit is nou zo'n activiteit waar het door de minister verstrekte persoonlijke nascholingsbudget voor leraren voor bedoeld is. Grijp je kans, want het aantal deelnemers is beperkt!