tag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post32660026683523281..comments2024-03-15T05:43:08.519-07:00Comments on Taalprof Plein: Woord zoekt zinsdeelTaalprofhttp://www.blogger.com/profile/12667945176269041458noreply@blogger.comBlogger4125tag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-64113139690215759542020-04-12T01:05:42.617-07:002020-04-12T01:05:42.617-07:00Het eerste is een leuk idee! De vergelijking illus...Het eerste is een leuk idee! De vergelijking illustreert dat de woordsoorten de bouwstenen zijn van grotere gehelen (de zinsdelen). Je zou nog kunnen opmerken dat die kamers zelf ook nog de bouwstenen zijn van een huis (maar misschien doe je dat al), en dat sommige materialen ook al halffabrikaten zijn (bijvoorbeeld een al in elkaar gezette deur die je kant en klaar koopt). Zo zijn sommige woorden ook opgebouwd uit grotere gehelen. <br /><br />Maar zoals je al aangeeft zijn vergelijkingen altijd voor sommige leerlingen te abstract. Voor hen moet je gewoon dichter bij de taal blijven. Vandaar bovenstaande poging met 'boer zoekt vrouw', waarbij geen vergelijking wordt gemaakt maar gepoogd wordt om de relevante eigenschappen uit te leggen. <br /><br />Als leraar moet je uit zien te vinden wat voor jouw leerlingen het beste is, maar het helpt als je een groot repertoire hebt om uit te kiezen.Taalprofhttps://www.blogger.com/profile/12667945176269041458noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-29422621152162696532020-04-10T14:02:11.512-07:002020-04-10T14:02:11.512-07:00Ik gebruik het beeld dat je woordsoorten kan kopen...Ik gebruik het beeld dat je woordsoorten kan kopen bij de hardware zaak, schroeven, cement, wastafels, maar wat je ermee gaat bouwen dat zijn de zinsdelen: de woonkamer, de keuken, de carport, de meidenkamer, de porche, de veranda, de salon etcetera. Werkt voor een aantal leerlingen aardig. In de laagste klassen (havo) teken ik op het bord twee zakken. In zak A noteren we alle woordsoorten, in zak B alle zinsdelen. Werkt ook best.jeroen heuvelhttps://www.blogger.com/profile/17243029250235017561noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-35400917797147919162015-03-01T06:43:44.102-08:002015-03-01T06:43:44.102-08:00Dat lijkt me een leuk idee: je kunt ook beginnen m...Dat lijkt me een leuk idee: je kunt ook beginnen met kaartjes waarop woorden staan als 'boeren, vrouwen, zoeken, kussen.' Die woorden zien er allemaal hetzelfde uit (eindigen allemaal op -en). Door goed te kijken naar de combinatiemogelijkheden kun je twee groepen maken (werkwoorden en naamwoorden). Dat kun je vervolgens uitbouwen door ook de verschillende mogelijkheden van woordvorming te bekijken. <br /><br />Je idee met het spelen van de woordsoorten en zinsdelen lijkt me ook leuk. Rapporteer anders eens hoe het gegaan is!Taalprofhttps://www.blogger.com/profile/12667945176269041458noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-90829835257929545322015-03-01T03:11:44.620-08:002015-03-01T03:11:44.620-08:00Ik ben degene die de vraag gesteld heeft tijdens h...Ik ben degene die de vraag gesteld heeft tijdens het college. Ik ga proberen uw uitleg concreet te maken voor de leerlingen. Ik ga een werkvorm uitproberen waarbij de leerlingen woordsoorten op kaartjes aangeboden krijgen. Elk kaartje heeft een andere kleur, naargelang de woordsoort. Uitgaande van de zin 'Boer zoekt vrouw' zien ze woordsoorten en zinsdelen tegelijk. Als ze woorden verplaatsen, verplaatsen de woordsoorten zich en bij uitbreiding van de zin in bv. 'De boer zoekt een lieve vrouw' kunnen ze veel varianten maken.<br /><br />Een variant: leerlingen 'spelen' voor de klas een woordsoort en samen met andere leerlingen een zinsdeel. Door zich te verplaatsen verandert de zin en daarmee ook de plaats van zinsdelen en woordsoorten. Hopelijk wordt hiermee het verschil in woordsoorten en zinsdelen duidelijk.Josienoreply@blogger.com