tag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post3157894602659075722..comments2024-03-15T05:43:08.519-07:00Comments on Taalprof Plein: Vragen 37Taalprofhttp://www.blogger.com/profile/12667945176269041458noreply@blogger.comBlogger84125tag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-17326740924127337732013-11-21T14:55:24.825-08:002013-11-21T14:55:24.825-08:00Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.Anonymousnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-34694542000058698942013-11-12T05:38:17.318-08:002013-11-12T05:38:17.318-08:00Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.Anonymousnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-452621225720216792011-05-02T12:07:41.000-07:002011-05-02T12:07:41.000-07:00Waar komt het woord "verpieteren" vandaa...Waar komt het woord "verpieteren" vandaan?Tiesnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-47150646436111383042011-05-02T15:08:43.000-07:002011-05-02T15:08:43.000-07:00Hallo,Ik vroeg mij af wat de correcte vorm is van ...Hallo,<br><br>Ik vroeg mij af wat de correcte vorm is van de uitdrukking "in dubio zijn". <br><br>Ik kom verschillende vormen tegen van deze uitdrukking, ik ben in dubio, ik sta in dubio, ik zit in dubio. Ik vroeg me af wat de correcte vorm is, want ik verkeer in dubio.Bram van Dijkhttp://www.nvt.nlnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-20189859521304571812011-05-03T04:13:55.000-07:002011-05-03T04:13:55.000-07:00@Ties: Volgens het WNT is het woord 'pieter...@Ties: Volgens het WNT is het woord 'pieter' in verschillende Nederlandse en Vlaamse regio's nog in gebruik om iets aan te duiden wat 'klein en min' is. Vandaar het overgankelijke woord '(iets) verpieteren' ("iets klein of min maken"). Betje Wolf en Aagje Deken hebben het aan het einde van de achttiende eeuw over 'broodkruim verpieteren' (in kleine stukjes breken).<br><br>Dit woord 'verpieteren' komt, zoals veel "veranderingswerkwoorden" in twee varianten voor: 'je verpietert iets' en 'iets verpietert.' Het is de laatste vorm die momenteel het meest gebruikelijk is.taalprofhttp://taalprof.web-log.nlnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-81897544948264239542011-05-03T04:25:34.000-07:002011-05-03T04:25:34.000-07:00@Bram van Dijk: In Van Dale staan precies de mogel...@Bram van Dijk: In Van Dale staan precies de mogelijkheden die jij noemt: 'in dubio staan, verkeren, zijn, zitten.' Als de volgorde daar iets zegt over gebruikelijkheid zou 'staan' het meest gebruikelijk zijn.<br><br>De grammatica is echter niet bedoeld om onderscheid te maken tussen correct en incorrect. Met de grammatica kun je wel zien wat er aan de hand is. En dat is het volgende: 'in dubio' geeft iets aan wat je bent, een gemoedstoestand. Dat betekent: het is een zogeheten "zijn-predicaat" (het zegt wat je bent). Daaruit volgt dat het kan voorkomen als naamwoordelijk deel van het gezegde, met alle koppelwerkwoorden: 'ik ben, raak, blijf, lijk, schijn, blijk in dubio.' De werkwoorden 'staan, zitten, verkeren' worden hier gebruikt als vervangende koppelwerkwoorden, net als in 'ik sta perplex,' 'ik zit om iets verlegen,' 'ik verkeer in zorgen.'<br><br>Maar predikaten kunnen ook als bepaling van gesteldheid voorkomen: 'Hij zat in dubio aan zijn bureau,' bijvoorbeeld. <br><br>In principe zijn al deze varianten dus mogelijk. Waarom klinkt de ene dan beter dan de andere? Dat is deels gewoontevorming (sommige woorden ontwikkelen een voorkeur voor elkaars nabijheid), en deels is het een systematische keuze. Zo kiezen predicaten zonder voorzetsel liever voor 'worden' ('zij wordt vrolijk' en minder gebruikelijk 'zij raakt vrolijk') terwijl predicaten met voorzetsel liever 'raken' hebben ('zij raakt in de wolken' en niet 'zij wordt in de wolken').taalprofhttp://taalprof.web-log.nlnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-57082459567472914652011-05-06T05:28:41.000-07:002011-05-06T05:28:41.000-07:00Geachte Taalprof,mijn vraag luidt als volgt:welke ...Geachte Taalprof,<br><br>mijn vraag luidt als volgt:<br><br>welke vorm is correct?<br>in het algemeen ben ik tevreden over uw organisatie<br>of<br>over het algemeen ben ik tevreden over uw organisatieHenk Kommerennoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-20755531144946151272011-05-07T03:24:41.000-07:002011-05-07T03:24:41.000-07:00@Henk Kommeren: De grammatica is niet bedoeld om g...@Henk Kommeren: De grammatica is niet bedoeld om goed en fout van elkaar te onderscheiden. De grammatica geeft je alleen een instrument om te zien hoe de taal in elkaar zit. Het gaat hier om een staande uitdrukking, waarin het voorzetsel 'in' of 'over' gekozen kan worden. De grammatica geeft je geen argumenten voor deze keuze. Die argumenten kun je vinden in het gebruik, dan wel in taaladviezen. Kijk daartoe op taaladvies.net of op www.onzetaal.nl/advies, dat zijn twee grote online collecties van adviezen. <br><br>De adviezen spreken trouwens van een betekenisverschil.Taalprofhttp://taalprof.web-log.nlnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-78839398403676912202011-05-20T14:57:31.000-07:002011-05-20T14:57:31.000-07:00Waarde prof,Hoe zou jij zinnen ontleden als x91Dan...Waarde prof,<br><br>Hoe zou jij zinnen ontleden als x91Dan gebeurt er wel iets met je' en x91Er gaat wel iets door je heenx92, en zinnen als x91Dan gebeurt er wel een ongeluk met jex92 en x91Er gaat wel een pijnscheut door je heenx92?<br>Naar mijn idee zijn die eerste twee sterk idiomatisch (aan het worden).<br>Zie ook <a href="http://www.taaldokter.nl/blog/artikel/589-je-er-iets-veel-alles-bij-kunnen-voorstellen.html" rel="nofollow">http://www.taaldokter.nl/blog/artikel/589-je-er-iets-veel-alles-bij-kunnen-voorstellen.html</a><br><br>Dank en groet!Taaldokterhttp://www.taaldokter.nlnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-83102392802442071442011-05-22T05:03:51.000-07:002011-05-22T05:03:51.000-07:00Beste Taalprof,Bij mij op school is de sectie Nede...Beste Taalprof,<br><br>Bij mij op school is de sectie Nederlands van mening dat de bepaling van gesteldheid niet behandeld zou moeten worden in 2- havo en -vwo. Ik ben het hier echter niet mee eens: de bepaling van gesteldheid is een heel ander zinsdeel dan de bijwoordelijke bepaling en dient daarvan ook onderscheiden te worden. Welke argumenten zou ik het beste kunnen gebruiken om mijn sectiegenoten te overtuigen? Alvast dank.Pedronoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-69521926000001312242011-05-22T05:18:43.000-07:002011-05-22T05:18:43.000-07:00@Pedro: Vraag ze of ze het naamwoordelijk gezegde ...@Pedro: Vraag ze of ze het naamwoordelijk gezegde en de bijvoeglijke bepaling wxe9l zouden willen behandelen en zo ja, wat daarvan de belangrijkste eigenschap is. <br><br>Ongewone vraag misschien, maar het antwoord is dat beide dezelfde soort betekenisverhouding tussen woorden weergeven: de "zijn-predicatie." Als je zegt 'De jongen is vrolijk' dan is er zijn-predicatie tussen 'jongen' en 'vrolijk,' maar in 'de vrolijke jongen' is dat ook zo.<br><br>En wat blijkt? Diezelfde betekenisverhouding zit nog op xe9xe9n andere plaats: bij de bepaling van gesteldheid ('de jongen kwam vrolijk het lokaal binnen'). <br><br>De drie constructies leveren je dus drie plaatsen om hetzelfde aan te wijzen. Dat geeft de leerlingen de mogelijkheid tot een echt inzicht te komen, in plaats van dat ze op mechanische wijze trucjes leren om zinsdelen te benoemen.<br><br>Zonder deze volledigheid kun je de cruciale eigenschap bij naamwoordelijk gezegde en bijvoeglijke bepaling dus nooit aanwijzen, want de leerlingen zullen die eigenschap dan ook herkennen bij een mysterieuze soort van bijwoordelijke bepaling (zonder dat je die expliciet behandelt). Dus komt het daar ook nooit goed (wat overigens blijkt uit onderzoek: het naamwoordelijk gezegde wordt al decennia als het meest problematische zinsdeel aangewezen, door leraren en leerlingen).<br><br>Op het vwo lijkt me nog een extra argument dat in het Latijn en Grieks in juist deze drie constructies naamvalsovereenkomsten optreden. Dat kun je wel overlaten aan de leraren klassieke talen, maar het is toch iets universeels, dat je het beste in je moedertaal kunt leren begrijpen.<br><br>O ja, en nou vergeet ik nog het belangrijkste argument: nadenken over de bepaling van gesteldheid is uitdagend, spannend en leuk! Waarom zou je je leerlingen dat willen onthouden?taalprofhttp://taalprof.web-log.nlnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-52322549003634508672011-05-22T11:12:35.000-07:002011-05-22T11:12:35.000-07:00Beste Taalprof,Ik loop momenteel stage (2e jaar) e...Beste Taalprof,<br><br>Ik loop momenteel stage (2e jaar) en heb vier praktische vragen over het behandelen van het lijdend voorwerp, het naamwoordelijk gezegde en de bepaling van gesteldheid tijdens de lessen Grammatica.<br><br>1. Leerlingen stellen vaak de wie-wat-vraag in hun zoektocht naar het lijdend voorwerp in een zin, maar in de praktijk hebben zij soms de neiging het naamwoordelijk deel van een gezegde te benoemen als lijdend voorwerp. <br> Welke ezelsbruggetjes kan ik mijn leerlingen aanleren?<br><br>2. Is er een alternatief voor de wie-wat-vraag voor het zoeken naar het lijdend voorwerp? <br><br>3. De leerlingen verwarren het naamwoordelijke deel ook vaak met de bepaling van gesteldheid. Heeft u tips uit de praktijk?<br><br>4. Veel leerlingen hebben moeite met het naamwoordelijk gezegde en ik kreeg onlangs de vraag van een leerling (3 vwo) wat het nut is van het behandelen van dit gezegde. Heeft u een tip voor het beantwoorden voor dit soort vragen? <br><br><br>Alvast hartelijk voor uw reactie!N.noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-18519726585143768172011-05-22T15:39:15.000-07:002011-05-22T15:39:15.000-07:00@N.: Ik zou ervan afzien om leerlingen ezelsbrugge...@N.: Ik zou ervan afzien om leerlingen ezelsbruggetjes te leren, want daar schieten ze niets mee op. Ezelsbruggetjes zijn middelen om te voorkomen dat je na moet denken, en dat is nu juist wat leerlingen wxe9l moeten doen.<br><br>Mijn idee is dat je je leerlingen moet zien duidelijk te maken wat de essentie is van het naamwoordelijk gezegde, de bepaling van gesteldheid en het lijdend voorwerp. Alleen zo leren ze werkelijk iets.<br><br>En om dan maar meteen met die laatste vraag te beginnen. Juist voor vwo-leerlingen zou de wetenschappelijke motivatie om te willen weten hoe de taal in elkaar zit al voldoende moeten zijn. Misschien kun je nog eens in herinnering roepen dat de letters vwo staan voor "voorbereidend wetenschappelijk onderwijs." <br><br>Los daarvan, het onderscheid tussen naamwoordelijk en werkwoordelijk gezegde is een basisonderscheid in de talen van de wereld. Het is het verschil tussen een zijn-predicatie en een doen-predicatie. Iemand is iets of iemand doet iets. Iets is iets of iets doet iets. In sommige talen wordt de zijn-predicatie niet eens met een werkwoord uitgedrukt, in andere talen zijn er speciale naamvalsregels. In het Nederlands kennen we een beperkte set van werkwoorden bij het naamwoordelijk gezegde, die alleen verschillen in modaliteit en tijdsaspect (duur, begin). Op deze sites staan verschillende logs over het naamwoordelijk gezegde en de koppelwerkwoorden. Daar moet je aanknopingspunten kunnen vinden voor je onderwijs. Zoek in de woordenwolk in de linkerkolom op naamwoordelijk of koppelwerkwoord.<br><br>De essentie van het lijdend voorwerp is dat het een aanvulling (complement) bij een doen-werkwoord is. Als het goed is hebben je leerlingen daar al een gevoel voor. Ze weten dat bij 'lezen' 'iets lezen' hoort en bij 'geven' '(aan) iemand iets geven.' Bij 'wachten' is het 'op iemand wachten' en bij 'geloven' kan het zijn 'iemand geloven' of 'in iemand geloven' of 'in iets geloven.' Daarmee hebben je leerlingen een gevoel voor wat de complementen bij een werkwoord zijn. Als je dat gevoel kunt ontwikkelen is het onderscheid tussen de complementen relatief eenvoudig: het voorzetselvoorwerp is het complement waar een (vast) betekenisloos voorzetsel bij staat, het meewerkend voorwerp is het complement waar het voorzetsel 'aan,' 'voor,' of 'bij' bij kan (maar niet hoeft), en het lijdend voorwerp is het complement waar geen voorzetsel bij kan.<br><br>De verwarring tussen naamwoordelijk gezegde en bepaling van gesteldheid is een teken dat ze de essentie van beide wel begrijpen: namelijk de zijn-predicatie. Het onderscheid is klein: als de zijn-predicatie in het gezegde zit is het naamwoordelijk, en anders is het bepaling van gesteldheid. De bepaling van gesteldheid is een toegevoegde predicatie, bijvoorbeeld in 'Hij kwam gapend binnen.' In dat geval is binnenkomen wat hij doet (dat is de doen-predicatie die bij het gezegde hoort), en gapen is wat hij daarbij ook nog eens doet (een toegevoegde predicatie).<br><br>In het algemeen zou ik zeggen: als je leerlingen moeite hebben met een bepaald onderscheid, ga dan op zoek naar een "minimaal paar": twee voorbeeldzinnen die alleen in die ene eigenschap verschillen, en verder zo veel mogelijk op elkaar lijken. Bijvoorbeeld: 'Hij raakt het doel' en 'Hij raakt verliefd.' Het eerste is iets wat hij doet, het tweede is iets wat hem overkomt, iets wat hij is, of begint te zijn.taalprofhttp://taalprof.web-log.nlnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-27580603534357833982011-05-23T02:28:55.000-07:002011-05-23T02:28:55.000-07:00Wat is de te prefereren schrijfwijze: WIFI, Wifi, ...Wat is de te prefereren schrijfwijze: WIFI, Wifi, wifi, Wi-Fi, wi-fi, .....?Jan van den Brinkhttp://www.tno.nl/timenoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-27659271926984547322011-05-23T02:37:33.000-07:002011-05-23T02:37:33.000-07:00@Jan van den Brink: Vraag mij niets over spelling,...@Jan van den Brink: Vraag mij niets over spelling, de taalprof weet alleen iets van grammatica. Voor vragen over spelling kun je terecht op woordenlijst.org, of anders bij de taaladviesdienst van Onze Taal (www.onzetaal.nl/advies). Ik denk dat ze 'wifi' zullen aanbevelen (zie het advies over led-lamp).taalprofhttp://taalprof.web-log.nlnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-89853226975573544612011-05-23T10:49:36.000-07:002011-05-23T10:49:36.000-07:00Taalprof,mijn vraag betreft de volgende zin: Dodo&...Taalprof,<br>mijn vraag betreft de volgende zin: Dodo's zijn niet meer te vinden.<br>Dit is een zin met een naamwoordelijk gezegde, maar ik vroeg me af hoe je de zin taalkundig het best ontleed? De benoeming van 'vinden' als zww bijvoorbeeld vind ik onwaarschijnlijk door de combinatie met het koppelwerkwoord 'zijn'. 'te vinden' als xe9xe9n bijvoeglijk naamwoord??<br>Alvast bedankt, Jorisjorisnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-30793526755321976792011-05-23T11:04:27.000-07:002011-05-23T11:04:27.000-07:00@joris: Ik snap dat je graag iets bijvoeglijks zie...@joris: Ik snap dat je graag iets bijvoeglijks ziet in het naamwoordelijk deel van het gezegde 'te vinden' (= "vindbaar"), maar ik zie geen bezwaar in een benoeming als zelfstandig werkwoord. Je kunt het ook zien als een soort beknopte bijzin, die weliswaar niet als zodanig benoemd wordt, maar die je wel kunt beargumenteren op basis van zijn uitbreidbaarheid. Zo heb je ook gevallen als 'Dit boek is niet aan iemand uit te lenen.' Hierbij is 'aan iemand uit te lenen' het naamwoordelijk deel, maar daar zit duidelijk het werkwoord 'lenen' in met zelfs het meewerkend voorwerp 'aan iemand.' Ook in een zin als 'Dit is acceptabel te noemen,' of 'Dit is met niets te vergelijken' zitten extra zinsdelen in dat naamwoordelijk gezegde die alleen op basis van het werkwoord verklaard kunnen worden.<br><br>Wat mij betreft is 'vinden' hier dus zelfstandig werkwoord.taalprofhttp://taalprof.web-log.nlnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-83732908634710520462011-05-23T12:03:33.000-07:002011-05-23T12:03:33.000-07:00Beste Taalprof,Hartelijk dank voor uw snelle react...Beste Taalprof,<br><br>Hartelijk dank voor uw snelle reactie op mijn vragen!<br><br>Met vriendelijke groeten,<br><br>Natasha.Nnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-78251988731599237212011-05-24T15:12:13.000-07:002011-05-24T15:12:13.000-07:00Taalprof.Kan dit: De muzen die aan de slag waren g...Taalprof.<br><br>Kan dit: De muzen die aan de slag waren geweest.<br><br>Deze zin voelt niet lekker. Waren en geweest?<br><br>Graag uw reactie<br><br>DankRobert Kruzdlonoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-36299765683837688182011-05-25T03:03:06.000-07:002011-05-25T03:03:06.000-07:00@Robert Kruzdlo: Zo zonder context is het zinsdeel...@Robert Kruzdlo: Zo zonder context is het zinsdeel 'De muzen die aan de slag waren geweest' inderdaad wat vreemd. Ingebed in een grotere zin, bijvoorbeeld 'De muzen die aan de slag waren geweest hadden een veelheid aan kunst opgeleverd,' wordt het al beter.<br><br>Wat er denk ik aan de hand is, is het volgende: de bijzin 'die aan de slag waren geweest' kent drie betekenisaspecten die met de tijd te maken hebben: 'aan de slag' wijst op een duurbetekenis ('aan de slag' ben je gedurende langere tijd), 'geweest' is een voltooide betekenis (iets is afgelopen, de muzen zijn nu niet meer aan de slag), en 'waren' levert je een verledentijdbetekenis. Die combinatie, in een losse zin, levert vreemde effecten op. Vergelijk een zin als 'Wij waren aan het denken geweest.' Er ontstaat nu bijna al een soort onwerkelijkheidsbetekenis, alsof de zin een vervolg moet krijgen: 'Wij waren aan het denken geweest, als jij ons niet gestoord had.'<br><br>Waarom wordt jouw zinsdeel beter in de draagzin die ik gaf? Omdat de verleden tijd in de bijzin ook opgeroepen kan worden door de harmonisatie met de hoofdzin. Neem een zin als 'Ik dacht: "Ik zie iets."' Als je hier een bijzinsconstructie van maakt krijg je 'Ik dacht dat ik iets zag.' Daar heeft de verleden tijd in de bijzin niet zozeer de betekenis van een verleden tijd, maar wordt de vorm opgeroepen door diezelfde vorm in de hoofdzin. In die gevallen hoeft het vreemde effect in jouw zinsdeel niet te ontstaan.taalprofhttp://taalprof.web-log.nlnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-43929084015999382342011-05-29T12:25:38.000-07:002011-05-29T12:25:38.000-07:00Is 'laatste' in: "Hooguit twaalf vers...Is 'laatste' in: "Hooguit twaalf verschillende [soorten] zijn de laatste decennia uit ons land verdwenen", een telwoord of bijvoeglijk naamwoord? Ik ben overtuigd van een BN, je kan het namelijk zien als 'de afgelopen decennia', maar mijn lerares is overtuigd van een telwoord.Ralphnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-39828274724526163092011-05-29T16:34:54.000-07:002011-05-29T16:34:54.000-07:00@Ralph: Jij gebruikt een betekenisargument om de b...@Ralph: Jij gebruikt een betekenisargument om de benoeming van 'laatste' als rangtelwoord te bestrijden. Dat kan, maar ook tegen jouw keuze voor de benoeming bijvoeglijk naamwoord is wel een betekenisargument in te brengen: als 'laatste' een bijvoeglijk naamwoord is, dan is het de overtreffende trap van 'laat,' nietwaar? Laat - later - laatste. Vind je dat die betekenis hier van toepassing is? Dus 'de meest late decennia'? Dat lijkt me ook vreemd.<br><br>Je hebt wel gelijk dat je de betekenis van de zin ongeveer weergeeft als je het hebt over 'de afgelopen decennia' in plaats van de 'de laatste decennia,' maar zo heel precies is die vervanging ook weer niet. Want 'de laatste decennia' zijn niet zomaar 'de afgelopen decennia,' maar juist 'de laatste van de afgelopen decennia.' Daarmee is de rangtelwoordbetekenis van 'laatste' toch nog van toepassing.<br><br>Een andere overweging is dat jouw vervanging, 'afgelopen,' best combineerbaar is met een rangtelwoord, bijvoorbeeld 'het (net) afgelopen tweede millennium,' terwijl dat met 'laatste' veel gekker is: 'het laatste tweede millennium.' Met andere woorden, het lijkt erop dat 'laatste' toch zelf al een rangtelwoord is, daarom kan er geen ander bij.<br><br>De grens tussen onbepaalde hoofd- en rangtelwoorden is vaak lastig te trekken. Er is dus best discussie mogelijk over grensgevallen. Het woordenboek noemt 'laatste' een bijvoeglijk naamwoord, de meeste grammatica's kiezen voor onbepaald rangtelwoord. Mijn idee zou zijn dat je aanneemt dat het onbepaald rangtelwoord is, tenzij je in een specifiek geval sterke aanwijzingen zou hebben dat het de overtreffende trap is van het bijvoeglijk naamwoord 'laat.' Die aanwijzingen zie ik niet meteen in jouw voorbeeldzin. Onder jouw redenering zou 'eerste' ook vaak geen rangtelwoord zijn, want dat kun je vaak (ongeveer) vervangen door 'komende.' ('Daar moeten we de eerste dagen mee opletten.')<br><br>Als je het punt wilt maken, moet je eigenlijk op zoek naar andere argumenten waarom 'laatste' een bijvoeglijk naamwoord zou zijn. Die andere argumenten kun je zoeken in de woordvormingseigenschappen (kun je het uitbreiden net als een bijvoeglijk naamwoord?) of in de combineerbaarheid (kun je het gebruiken als een bijvoeglijk naamwoord?)taalprofhttp://taalprof.web-log.nlnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-56363984549481305332011-05-30T06:46:27.000-07:002011-05-30T06:46:27.000-07:00Dienen de nu volgende combinaties te worden verbon...Dienen de nu volgende combinaties te worden verbonden door een koppelteken? Of dient men deze combinaties als xe9xe9n woord dan wel los van elkaar te schrijven: <br>'Yorkshire thriller' <br>'Yorkshire sfeerbeelden'Jean-Paulnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-41331439679359908802011-05-30T09:35:32.000-07:002011-05-30T09:35:32.000-07:00@Jean-Paul: Vraag mij niets over spelling, want da...@Jean-Paul: Vraag mij niets over spelling, want daarover weet ik niet meer dan de gemiddelde Nederlander (en dat is best weinig). Grammaticaal gezien zou je denk ik moeten bepleiten dat 'Yorkshire' een bijvoeglijk naamwoord is, om het los te kunnen schrijven. Dat is in het Nederlands een moeilijke redenering, omdat je bij andere plaatsnamen toch altijd een andere vorm krijgt ('een Amsterdamse thriller,' 'Drentse sfeerbeelden').taalprofhttp://taalprof.web-log.nlnoreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-5485559302837797803.post-85381863859582333322011-05-30T10:21:55.000-07:002011-05-30T10:21:55.000-07:00wat betekent de uitdrukking"Gewogen en te lic...wat betekent de uitdrukking"Gewogen en te licht bevonden"peggynoreply@blogger.com