zaterdag 3 juli 2010
Met Ooijerd en Sneijderd als voetballerds
De Onzetaaltwitteraars verwijzen naar een lezerscolumn in De Pers, waarin de columniste beschrijft hoe zij het leuk vindt om achter allerlei woorden een -t te zetten. Ze wordt door iemand aangesproken over een brommert, en ze breidt dit uit tot moedert en Holleedert. En het gaat bij een heleboel andere woorden ook, alleen vermeldt ze die jammer genoeg niet.
Waarom is dit leuk?
De bekendste toepasser van dit procédé is ongetwijfeld Erik van Muiswinkel, die het in zijn imitatie van Willem van Hanegem jaren geleden al had over een gosert en de kappert. En ook hij breidde dit uit tot namen. Ik herinner me nog Joe Cockert, maar in deze tijd zou hij het ongetwijfeld ook over Wesley Sneijdert hebben gehad.
Maar nog eens de vraag: waarom is dit leuk? Allereerst: vrijwel iedereen vindt het leuk om met taal te spelen. En dan in het bijzonder met de vorm van de taal. Want de grap zit niet in de betekenis.
Het gaat ook niet alleen om de klank. Want waarom zou een -t achter een woord ineens grappig zijn? Waarom geen -k, of een -f? Maar niemand vindt moederk een leuke taalvorm, en ook brommerf is niet bijzonder geestig. Ja, je kunt er een spraakgebrek van maken ("Ik fag die brommerf niet, floeg over de kop, en al mijn fnijtanden eruit"), maar dat is toch een ander soort humor. En bovendien: dan wordt de ene klank (s) vervangen door een andere (f). En bij moedert komt er iets bij.
Nee, de grap is morfologisch. Hij maakt gebruik van onze kennis van de opbouw van woorden. En wel in het bijzonder van onze kennis over het achtervoegsel -erd (dat een variant is van -aard). Dat achtervoegsel, zo zegt ons de Algemene Nederlandse Spraakkunst, maar eigenlijk weet iedereen dat onbewust al, komt voor achter een bijvoeglijk naamwoord (leukerd, dikkerd, lelijkerd, rijkaard), en soms achter een werkwoord (geeuwerd, knoeierd, sufferd). In alle gevallen een beetje ongunstige betekenis, en het achtervoegsel is nauwelijks productief: je kunt het niet zomaar overal achter zetten.
De -erd-variant achter het werkwoord komt ook dialectisch voor als variant van -er, dat veel algemener is. In plaats van werker zeg je dan werkerd, in plaats van lezer lezerd. Dat is de variant die de basis vormt voor de Van Hanegem-imitatie van Van Muiswinkel. Het is een variant die in het Rotterdams gebruikelijk is.
Nou is het al in beperkte mate geestig als je een accent nadoet (althans voor de mensen die dat accent zelf niet hebben), maar het wordt pas echt leuk als je die variant gaat uitbreiden naar domeinen waar hij eigenlijk niet thuishoort. Bij woorden als kappert en brommert (die je dus eigenlijk ook zou kunnen spellen als kapperd en brommerd) zou je nog kunnen zeggen dat die woorden oorspronkelijk van de werkwoorden kappen en brommen zijn afgeleid (en dus tot de "gewone" dialectische variatie behoren), maar de woorden kapper en brommer zijn in het Nederlands zelfstandige naamwoorden geworden die niet meer gevoeld worden als werkwoordelijk. Dus: lachen.
Nog een stapje verder zijn woorden als moeder, die weliswaar eindigen op -er, maar dat is niet het achtervoegsel -er. De variant moederd is dus misplaatst, en die misplaatste toepassing prikkelt je taalgevoel, omdat je toch even probeert om het woord te herleiden tot een werkwoord.
Bij namen is het allemaal nog iets komischer, omdat namen vrijwel nooit uitgebreid worden met achtervoegsels (hooguit een uitgang -s, als in Karels boeken). Ook daar zijn er wel namen die afgeleid zijn van woorden die afgeleid zijn van werkwoorden (zo is Sneijder natuurlijk afgeleid van het werkwoord snijden "kleermaken" of "kappen"), maar bij Holleederd is er ook etymologisch niets van te maken.
De sterkste grap krijg je natuurlijk als die vervorming van een naam ook nog eens de associatie met een ander woord oproept. Zo doet de variant Joe Cockert onbewust denken aan het woord kokkerd ("grote neus"), waarmee het taalspel tot het uiterste opgerekt is.
De slotvraag is natuurlijk: is het leuk om zo'n grap grammaticaal te fileren? Wordt de mop dan niet kapotgeanalyseerd? Ik dacht het niet. De meeste leuke zaken worden alleen maar leuker als je er enigszins analytisch over kunt praten. Zie bijvoorbeeld het voetbal, waarover je ook wel kunt zeggen dat je er "alleen maar van moet genieten." Feit is dat iedereen toch de behoefte heeft om het tot in de finesses te doorgronden.
Ter illustratie een stukje van Mike Bodde, 'De Rotterdammert'. Vanaf 1m30 ongeveer: http://www.youtube.com/watch?v=n39unTDUv7g
BeantwoordenVerwijderen@Vorkbaard: ja dat was mij bekend. Had ik er inderdaad bij moeten noemen.
BeantwoordenVerwijderenOp de website Geenstijl wordt het ook regelmatig gebruikt. Reden is mij onbekend.
BeantwoordenVerwijderenVolgens mij begon Willem van Hanegem hiermee, en veel mensen vinden Willem van Hanegem grappig.
BeantwoordenVerwijderenGebeurt het trouwens niet vooral met woorden die eindigen op 'er'?
Wij hebben het thuis over een blaffert (hond) ;)
BeantwoordenVerwijderen@Mark: Van Hanegem is zeker niet de eerste geweest die dit deed, want de variatie -erd voor -er is algemeen in Rotterdam (en omstreken). Maar hij was natuurlijk wel erg bekend, én in de imitaties van Van Hanegem werd het overdreven. Dus hij heeft wel een rol gespeeld in het "leuk worden" van deze taalvorm.
BeantwoordenVerwijderen@Janna: Ja, het Geenstijl-taalgebruik zal ook een factor zijn geweest. Zo'n variant moet altijd wel ergens "aanslaan."
BeantwoordenVerwijderenTja, men denkt er dan een 't' achter te zetten, maar dat moet natuurlijk een 'd' zijn.
BeantwoordenVerwijderenBlafferd is een doodnormaal woord. Iets dat blaft is een blafferd, iemand die zeikt een zeikerd, iemand die stinkt, is een stinkerd, iemand die rookt een rokerd en iemand die bakt een bakkerd. Niet zo vreemd toch?
En dan lijkt het grappig om een emmer toch een emmerd te noemen, omdat hij helemaal niet emt. en een kikker die niet kikt is dus geen kikkerd.
Ik zie daar de humor wel van in, ook al ben ik zelf geen gekkerd.
Volgens mij past dit 'leuk zijn' in het zelfde rijtje als het inslikken van de laatste lettergreep om het (domme)plattelands boertje na te doen, bijv. loopn (lopen), fietsn (fietsen), zoepn (zuipen), enz.
BeantwoordenVerwijderenHet verschijnsel komt van oorsprong uit het Nedersaksisch dat wordt gesproken in noord- en oostnederland. In het Nedersaksisch bestaan (nog) heel veel woorden met de uitgang -ert of -erd, zoals bijv. snoeverd (opschepper), soezerd (suf iemand), sloegerd (druiloor), smiesterd (stiekemerd), enz., enz.
@Leo: zo "doodnormaal" is 'blafferd' niet. In de naslagwerken wordt die -erd achter werkwoorden "niet productief" genoemd. Bovendien krijg je altijd een beetje ongunstige, of in elk geval ironische betekenis erbij. 'Blafferd,' 'rokerd' en 'bakkerd' staan (nog) niet in de woordenboeken.
BeantwoordenVerwijderen@Piet B.: Ja, dat "nadoen van dialect" zit er zeker bij. Maar die "ongunstige betekenis" van -erd zeker ook. Het feit dat de vorm toegepast wordt op andere woorden dan woorden die van een werkwoord zijn afgeleid is mijns inziens de belangrijkste factor in de grap.
BeantwoordenVerwijderenIk ken iemand die steevast 'paukens' zegt tegen 'pauken' en dat vind ik ook heel grappig, op dezelfde manier als 'brommert'
BeantwoordenVerwijderenIk zie er in ieder geval de humor wel van in om het aantal woorden uit te breiden. Een reigerd is geen vogel, maar iemand die reigt. wel grappig om dat woord op de vogel toe te passen.
BeantwoordenVerwijderenGroeten
Leod.
En Snickerds als meervoud van Snickers, is dat er ook één?
BeantwoordenVerwijderenLeod
Is het niet een verkleining van het verkleinwoord "tje"?
BeantwoordenVerwijderenBrommer-brommertje-brommert
Blaffer-blaffertje-blaffert
Komt meer uit Utrechts dialect en oostelijker. Zelfs tot in Arnhem worden eind-t's geplaatst waar ze niet horen en weggehaald waar ze juist moeten. Bekend grapje sinds mensenheugenis, gehoord in Wageningen e.o.: Woar is de "t" van 't gehak gebleven? Antwoord: Bie de sloagert.
BeantwoordenVerwijderen@Glenn: Dat is onwaarschijnlijk, want dan zou je ook verwachten dat het 'het kappert' en 'het brommert' zou zijn, en het is 'de kappert' en 'de brommert.'
BeantwoordenVerwijderen@Leo: Ja, 'Snickerds' is ook leuk, en zelfs nog een slagje ingewikkelder. Dan doe je eerst net alsof 'Snickers' een meervoud is in plaats van een vaste naam, die haal je eraf, dan doe je net alsof 'Snicker' een afleiding van een werkwoord is op '-er' en daar maak je dan '-erd' van, en dan maak je daar weer meervoud van. Als dat niet leuk is dan weet ik het ook niet meer.
BeantwoordenVerwijderen@J. van der Lee: Eerlijk gezegd weet ik niet wat precies de verspreiding is van die uitgang '-erd'. Het is wel bekend dat er veel dialectische variatie bestaat in de uitgang '-t' (zoals ook 'ik gaat' en 'ik loopt,' bij de persoonsvorm, en de uitgang van het voltooid deelwoord 'gehak'), maar ook hoe die verspreid is over het land is mij niet bekend. Ik denk wel dat er literatuur over bestaat, maar die heb ik niet zo een twee drie paraat. Het Meertens Instituut heeft een uitgebreide Morfologische Atlas, daar zal het wel in staan.
BeantwoordenVerwijderen